1. stellt fest, dass sich die niedrige Verwendungsrate bei den Zahlungsermächtigungen am Ende des Haushaltsjahres 2000 zum 31. Dezember 2001 noch verschlechtert und sich die am Ende des Haushaltsjahres 2002 festgestellte geringfügige Verbesserung bislang nicht bestätigt hat, da die Ausführung der Mittel zum 30. April 2003 spürbar unter der Verwendungsrate liegt, die zu demselben Zeitpunkt des Vorjahres verzeichnet wurde;
1. merkt op dat de zwakke uitvoeringspercentages voor de betalingskredieten aan het einde van het begrotingsjaar 2000 op 31 december 2001 nog verder waren verslechterd en dat de bescheiden vooruitgang aan het einde van het begrotingsjaar 2002 tot dusver niet heeft doorgezet, daar op 30 april 2003 het gebruik van de kredieten aanmerkelijk lager lag dan het gebruik van een jaar geleden op dezelfde datum;