6.2.1. Bei den dynamischen Prüfungen ist durch die Befestigung des Prüfmusters in einem geeigneten Prüfgestell und durch die Wahl der Krafteinleitungsvorrichtung dafür zu sorgen, daß außer der vorgesehenen Prüfkraft keine zusätzlichen Momente oder Kräfte eingeleitet werden.
6.2.1. Voor de dynamische proeven moet het proefexemplaar op een geschikte proefbank worden geplaatst met een geschikte inrichting voor de uitoefening van de kracht, zodat de te beproeven koppeling niet wordt blootgesteld aan andere krachten of momenten dan de voorgeschreven proefkracht.