Im Falle der Zustimmung müssen die Mitgliedstaaten, wenn sie das Übereinkommen unterzeichnen, ratifizieren oder ihm beitreten, eine Erklärung hinterlegen, die besagt, dass die in Regel I/6 und Regel III/3 vorgesehenen Ausnahmen von der Anwendung ausgeschlossen sind.
De lidstaten dienen bij de ondertekening van de overeenkomst en bij de nederlegging van hun akten van bekrachtiging of toetreding te verklaren dat de ontheffingen krachtens voorschrift 1, lid 6, en voorschrift 3, lid 3, van de overeenkomst van toepassing worden uitgesloten.