Artikel 368 § 2 des Zivilgesetzbuches verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit er hinsichtlich des Datums, an dem das Alter eines Adoptierten berücksichtigt wird, unterscheidet zwischen dem Adoptierenden, der die durch Artikel 348 des Zivilgesetzbuches vorgeschriebenen Zustimmungen erhalten hat, und demjenigen, dem diese Zustimmungen versagt worden sind.
Artikel 368, § 2, van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre het ten aanzien van de datum van inaanmerkingneming van de leeftijd van de geadopteerde een verschil in het leven roept tussen de adoptant die de bij artikel 348 van het Burgerlijk Wetboek vereiste toestemmingen heeft verkregen en diegene aan wie die toestemmingen zijn geweigerd.