Wenn man die Proportionalität wahren möchte (andernfalls würden +/- 40% der Offiziere der frühe
ren Gerichtspolizei oder +/- 10% des gesamten Personalbestandes der ehemaligen Gerichtspolizei im höchsten Kader der Hauptkommissare
untergebracht, was nicht im Verhältnis zu ihren Kollegen aus der ehemaligen Gemeindepolizei oder Gendarmerie stehen würde), muss man Regelungen bezüglich der auf Seiten der Offiziere 1C verletzten Rechte fe
stlegen. Daher wird ...[+++] vorgeschlagen, die betreffenden Personalmitglieder in einen spezifi
schen Ubergangsgrad einzustufen, der ihnen eigen ist und bei dem angesichts der ausdrücklichen Anregung im Gutachten 37.49
6/2 des Staatsrates davon ausgegangen wird, dass er in der Hierarchie über demjenigen des Kommissars steht (siehe die Artikel 11 und 44 des Entwurfs).
Wil men de proportionaliteit gestand houden (zoniet zouden +/- 40 % van de officieren van de vroegere GPP of nog +/- 10 % van het gehele personeelsbestand van de voormalige
GPP in het hoogste kader van de hoofdcommissarissen worden ondergebracht, hetgeen manifest disproportioneel zou zijn tegenover hun collega's van de ex-gemeentepolitie of rijkswacht) dan moet men regelingen treffen me
t betrekking tot de geschonden rechten in hoofde van de officieren
...[+++]1C. Daarom wordt voorgesteld de betrokken personeelsleden in te schalen in een specifieke overgangsgraad die hun eigen is en waarvan, gelet op de uitdrukkelijke suggestie in het advies 37.496/2 van de Raad van State, wordt gesteld dat hij hiërarchisch hoger is dan die van commissaris (zie de ontworpen artikelen 11 en 44).