Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vorerwähnten entscheids kein " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
erstinstanzlicher Entscheid gegen welchen kein Rekurs eingelegt werden kann

vonnis in eerste en laatste aanleg
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Nach Darlegung der vorlegenden Richter könne angesichts des vorerwähnten Entscheids kein Zweifel daran bestehen, dass eine Klage wie diejenige, die durch die Parteien in den Streitsachen in den Ausgangsverfahren eingereicht worden sei, grundsätzlich zu einer Feststellung der Haftung des Staates aufgrund von Artikel 1382 des Zivilgesetzbuches für einen durch den Kassationshof in der Ausübung seiner Rechtsprechungsfunktion begangenen Fehler führen könne.

Volgens de verwijzende rechters kan er, gelet op het voormelde arrest, geen twijfel over bestaan dat een vordering zoals die welke door de partijen in de geschillen ten gronde werd ingesteld, in beginsel zou kunnen leiden tot een vaststelling van de aansprakelijkheid van de Staat op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek voor een fout begaan door het Hof van Cassatie in de uitoefening van zijn rechtsprekende functie.


Wie der Gerichtshof in seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 111/2016 [vom 14. Juli 2016] erkannt hat, gibt es keine Rechtfertigung für den Behandlungsunterschied zwischen den Schulgebäuden, die ' einer Gemeinschaft, einer Region oder einer juristischen Person des öffentlichen Rechts, die einer solchen Institution untersteht ' gehören, einerseits und den Schulgebäuden, die einer anderen öffentlichen Behörde oder einem privaten Eigentümer gehören, andererseits.

Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn voormelde arrest nr. 111/2016 [van 14 juli 2016], is er geen verantwoording voor het verschil in behandeling tussen, enerzijds, schoolgebouwen die toebehoren aan ' een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling ressorteert ' en, anderzijds, schoolgebouwen die toebehoren aan een andere openbare overheid of aan een private eigenaar.


Wie der Gerichtshof in seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 111/2016 erkannt hat, gibt es keine Rechtfertigung für den Behandlungsunterschied zwischen den Schulgebäuden, die « einer Gemeinschaft, einer Region oder einer juristischen Person des öffentlichen Rechts, die einer solchen Institution untersteht » gehören, einerseits und den Schulgebäuden, die einer anderen öffentlichen Behörde oder einem privaten Eigentümer gehören, andererseits.

Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn voormelde arrest nr. 111/2016, is er geen verantwoording voor het verschil in behandeling tussen, enerzijds, schoolgebouwen die toebehoren aan « een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling ressorteert » en, anderzijds, schoolgebouwen die toebehoren aan een andere openbare overheid of aan een private eigenaar.


In seinem Entscheid Nr. 57/2013 vom 25. April 2013 hat der Gerichtshof geurteilt, dass aus ähnlichen Gründen wie im Entscheid Nr. 135/2009 vom 1. September 2009 sowie im vorerwähnten Entscheid Nr. 83/2011 der Behörde, die Wiederherstellungsmaßnahmen im Bereich des Städtebaus beantragt, keine Verfahrensentschädigung auferlegt werden konnte, dass ihr aber auch keine Verfahrensentschädigung gewährt werden konnte.

Bij zijn arrest nr. 57/2013 van 25 april 2013 heeft het Hof geoordeeld dat, om redenen die analoog zijn aan die van het arrest nr. 135/2009 van 1 september 2009 en van het voormelde arrest nr. 83/2011, geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden opgelegd aan de overheid die herstelmaatregelen inzake stedenbouw vordert, maar dat haar ook geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden toegekend.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In seinem Entscheid Nr. 222. 969 vom 25. März 2013 (Rechtssache Nr. 5621) fragt der Staatsrat, ob Artikel 36/24 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung des Grundlagenstatuts der Belgischen Nationalbank (nachstehend: Gesetz vom 22. Februar 1998) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, « indem der König ein System zur Gewährung der Staatsgarantie für die an Gesellschafter, die natürliche Personen sind, erfolgte Erstattung ihres Anteils am Kapital der in Artikel 36/24 § 1 Absatz 1 Nr. 3 erwähnten zugelassenen Genossenschaften vorsehen kann, während dieser Artikel 36/24 keine ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 222.969 van 25 maart 2013 (zaak nr. 5621) vraagt de Raad van State of artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (hierna : wet van 22 februari 1998) bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « doordat de Koning kan voorzien in een systeem van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van de in artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, erkende coöperatieve vennootschappen, terwijl dit artikel 36/24 niet in een dergelijke mogelijkheid voorziet voor vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van een vennootschap die ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 57/2013 vom 25. April 2013 hat der Gerichtshof erkannt, dass aus ähnlichen Gründen wie im Entscheid Nr. 135/2009 vom 1. September 2009 und im vorerwähnten Entscheid Nr. 83/2011 der Behörde, die Wiederherstellungsmaßnahmen im Bereich des Städtebaus beantragt, keine Verfahrensentschädigung auferlegt, aber auch keine Verfahrensentschädigung gewährt werden kann.

Bij zijn arrest nr. 57/2013 van 25 april 2013 heeft het Hof geoordeeld dat, om soortgelijke redenen als die in het arrest nr. 135/2009 van 1 september 2009 en het voormelde arrest nr. 83/2011, aan de overheid die herstelmaatregelen inzake stedenbouw vordert, geen rechtsplegingsvergoeding kan worden opgelegd, maar ook geen rechtsplegingsvergoeding kan worden toegekend.


In seinem Entscheid Nr. 57/2013 vom 25. April 2013 hat der Gerichtshof erkannt, dass aus ähnlichen Gründen wie in seinem Entscheid Nr. 135/2009 vom 1. September 2009 und seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 83/2011 der Behörde, die Wiederherstellungsmaßnahmen im Bereich des Städtebaus beantragt, keine Verfahrensentschädigung auferlegt, aber auch keine Verfahrensentschädigung gewährt werden kann.

Bij zijn arrest nr. 57/2013 van 25 april 2013 heeft het Hof geoordeeld dat, om soortgelijke redenen als die in zijn arrest nr. 135/2009 van 1 september 2009 en zijn voormelde arrest nr. 83/2011, aan de overheid die herstelmaatregelen inzake stedenbouw vordert, geen rechtsplegingsvergoeding kan worden opgelegd, maar ook geen rechtsplegingsvergoeding kan worden toegekend.


Dabei ist zu berücksichtigen, dass die vorerwähnten Verfassungsartikel kein allgemeines Verbot der Doppelbesteuerung enthalten (siehe u.a. Entscheid Nr. 27/2011 vom 10. Februar 2011, B.6, und Entscheid Nr. 118/2012 vom 10. Oktober 2012, B.6.3).

Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat de voormelde grondwetsartikelen geen algemeen verbod op dubbele belasting omvatten (zie o.a. arrest nr. 27/2011 van 10 februari 2011, B.6, en arrest nr. 118/2012 van 10 oktober 2012, B.6.3).


In seinem Entscheid Nr. 57/2013 vom 25. April 2013 hat der Gerichtshof erkannt, dass aus ähnlichen Gründen wie in seinem Entscheid Nr. 135/2009 vom 1. September 2009 und seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 83/2011 der Behörde, die Wiederherstellungsmaßnahmen im Bereich des Städtebaus beantragt, keine Verfahrensentschädigung auferlegt, aber auch keine Verfahrensentschädigung gewährt werden kann.

Bij zijn arrest nr. 57/2013 van 25 april 2013 heeft het Hof geoordeeld dat, om soortgelijke redenen als die in zijn arrest nr. 135/2009 van 1 september 2009 en zijn voormelde arrest nr. 83/2011, aan de overheid die herstelmaatregelen inzake stedenbouw vordert, geen rechtsplegingsvergoeding kan worden opgelegd, maar ook geen rechtsplegingsvergoeding kan worden toegekend.


Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 23. Dezember 2014 in Sachen Tonia Tollenaere gegen die « AXA Belgium » AG und die « Generali Belgium » AG, dessen Ausfertigung am 13. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: ...[+++]

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 december 2014 in zake Tonia Tollenaere tegen de nv « AXA Belgium » en de nv « Generali Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsov ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : vorerwähnten entscheids kein     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vorerwähnten entscheids kein' ->

Date index: 2025-05-13
w