Aus der Verbindung dieser
Texte geht hervor, dass vor der Annahme der angefochtenen Best
immung in der Regel eine angenommene Gewerkschaftsorganisation die gleichen Vorrechte genoss wie die anerkannten Or
ganisationen, unter Vorbehalt dessen, dass sie kei
nen ständigen Delegierte
n hatte und, da sie keinen ...[+++] Sitz in der Nationalen Paritätischen Kommission hatte, keine gewährleistete Vertretung in den anderen Organen des Sozialdialogs genoss.
Uit de combinatie van die teksten blijkt dat de regel, vóór het aannemen van de bestreden bepaling, erin bestond dat een aangenomen vakorganisatie dezelfde prerogatieven als die van de erkende organisaties genoot, onder voorbehoud dat zij geen bestendige afgevaardigde had en, aangezien zij geen zitting had in de Nationale Paritaire Commissie, geen gewaarborgde vertegenwoordiging in de andere organen van sociale dialoog genoot.