« Verstößt Artikel 26 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass nur diejenigen, die als Opfer
von als Straftaten qualifizierten Taten, die von Personen, die die strafrechtliche Volljährigkeit erreicht haben, begangen wurden, vor Gericht auftreten, in den Genuss der Bestimmung gelangen, der zuf
olge die Zivilklage nicht vor der Strafverfolgung verjähren kann, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen nicht vernünftig gerechtfertigten Unterschied zwischen zwei Kategorien von Opfern
...[+++] einführt?« Schendt artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, in die zin geïnterpreteerd dat enkel diegenen die optreden als slachtoffers van als misdrijf omschreven dade
n die zijn gepleegd door personen die de strafrechtelijke meerderjarigheid hebben bere
ikt, het voordeel genieten van de bepaling volgens welke de burgerlijke rechtsvordering niet kan verjaren vóór de strafvordering, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tussen twee categorieën van slachtoffers een onderscheid teweegbrengt dat niet r
...[+++]edelijk verantwoord is ?