Traduction de « verstössen gegen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

eingreifen in | verletzen | Verletzung begehen gegen | verstossen gegen
inbreuk maken op | overtreden

gegen die Strafvorschriften verstossen
strijdig zijn met de strafwetten

gegen die guten Sitten verstossen
in strijd zijn met de goede zeden

Verstoß gegen EU-Recht [ Verletzung des EU-Rechts | Verletzung des Gemeinschaftsrechts | Verletzung des Rechts der Europäischen Union | Verstoß gegen das Recht der Europäischen Union | Verstoß gegen EG-Vertrag | Verstoß gegen Gemeinschaftsrecht ]
schending van het EU-recht [ inbreuk op het communautaire recht | inbreuk op het EU-recht | inbreuk op het recht van de Europese Unie | schending van het communautaire recht | schending van het EG-verdrag | schending van het recht van de Europese Unie ]

Strategien für den Umgang mit Fällen von Gewalt gegen ältere Personen | Strategien für den Umgang mit Fällen von Gewalt gegen ältere Menschen | Strategien für den Umgang mit Fällen von Gewalt gegen Senioren und Seniorinnen
strategieën voor het omgaan met gevallen van ouderenmishandeling

Maßnahmen gegen Verstöße gegen die Lebensmittelsicherheit treffen
actie ondernemen inzake inbreuken op de voedselveiligheid

Verbrechen gegen die Menschlichkeit [ Holocaust | Verstoß gegen das Völkerrecht | Völkermord ]
misdaad tegen de menselijkheid [ genocide | holocaust | misdaad tegen het internationaal recht ]

strafbare Handlung [ Delikt | Gesetzesübertretung | Gesetzesverletzung | Rechtsverletzung | Verbrechen | Vergehen | Verstoß gegen das Gesetz | Vorschriftswidrigkeit | Zuwiderhandlung ]
overtreding [ delict | misdrijf | mishandeling | vergrijp | wetsschennis ]

gegen
tegen

Lasertherapie gegen Hautkrankheiten einsetzen
lasertherapie gebruiken voor huidaandoeningen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Mitteilung der Kommission an das Europäische Parlament und den Europäischen bürgerbeauftragten über die beziehungen zum beschwerdeführer bei verstössen gegen das gemeinschaftsrecht
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Europese ombudsman betreffende betrekkingen met de klager inzake inbreuken op het gemeenschapsrecht

MITTEILUNG DER KOMMISSION AN DAS EUROPÄISCHE PARLAMENT UND DEN EUROPÄISCHEN BÜRGERBEAUFTRAGTEN über die BEZIEHUNGEN ZUM BESCHWERDEFÜHRER BEI VERSTÖSSEN GEGEN DAS GEMEINSCHAFTSRECHT
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE EUROPESE OMBUDSMAN betreffende BETREKKINGEN MET DE KLAGER INZAKE INBREUKEN OP HET GEMEENSCHAPSRECHT

Mitteilung der Kommission an das Europäische Parlament und den Europäischen bürgerbeauftragten über die beziehungen zum beschwerdeführer bei verstössen gegen das gemeinschaftsrecht /* KOM/2002/0141 endg. */
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Europese ombudsman betreffende betrekkingen met de klager inzake inbreuken op het gemeenschapsrecht /* COM/2002/0141 def. */

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 52002DC0141 - EN - Mitteilung der Kommission an das Europäische Parlament und den Europäischen bürgerbeauftragten über die beziehungen zum beschwerdeführer bei verstössen gegen das gemeinschaftsrecht
EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 52002DC0141 - EN - Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Europese ombudsman betreffende betrekkingen met de klager inzake inbreuken op het gemeenschapsrecht

Darüber hinaus wird die Kommission ersuchen, im Kapitel zum Recht des geistigen Eigentums (IPR) zukünftiger bilateraler Abkommen eine Verpflichtung der Vertragsparteien zur Anwendung von Zollkontrollen nicht nur bei der Einfuhr, sondern auch bei der Aus-, Durchfuhr und Umladung von Waren, die gegen bestimmte Rechte des geistigen Eigentums verstossen, aufzunehmen.
Daarnaast zal de Commissie ernaar streven in het hoofdstuk over intellectuele-eigendomsrechten van toekomstige bilaterale overeenkomsten een verplichting op te nemen voor partijen om niet alleen douanecontroles uit te voeren op de invoer maar ook op de uitvoer, de doorvoer en de overslag van goederen die inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten.

Verstösst die Bestimmung von Artikel 53 Nr. 6 des EStGB 92, dahingehend ausgelegt, dass sie sich auf Geldstrafen aufgrund von (gegebenenfalls besonderen) Strafrechtsvorschriften bezieht, nicht aber auf administrative Geldbussen, die ihren Ursprung in Bestimmungen mit Verwaltungscharakter finden, insbesondere von der Europäischen Kommission kraft der Verordnung Nr. 1/2003 im Rahmen von Verstössen gegen die Artikel 101 und 102 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union auferlegte Geldbussen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem die durch ein Strafgesetz auferlegten Strafen nicht, die genannten Verwaltungssanktionen wegen Verstössen gegen die gemeinschaftlichen Wettbewerbsregeln jedoch wohl von den Berufseinkünften des Steuerpflichtigen abgezogen werden können?
Schendt de bepaling van artikel 53, 6° WIB 92 in die zin uitgelegd dat zij doelt op geldelijke sancties op basis van (al dan niet bijzondere) strafwetgeving, doch niet op administratieve geldboeten, die hun oorsprong vinden in bepalingen van administratieve aard, met name boeten opgelegd door de Europese Commissie krachtens Verordening nr. 1/2003 in het kader van inbreuken begaan op de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de straffen opgelegd door een strafwet niet en de bedoelde administratieve sancties wegens inbreuken op de communautaire mededingingsregels wel kunnen worden afgetrokken van de beroepsinkomsten van de belastingplichtige ?

« Verstossen die Artikel 1 und 2 des Gesetzes vom 18. Februar 1969 über Massnahmen zur Ausführung internationaler Verträge und Akte über Personen- und Güterbeförderung im Strassen-, Eisenbahn- und Binnenschiffsverkehr gegen das in den Artikeln 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung verankerte Legalitätsprinzip in Strafsachen, indem Artikel 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 18. Februar 1969 den König ohne Spezifizierung dazu ermächtigt, durch im Ministerrat beratenen Erlass alle erforderlichen Massnahmen zur Ausführung der Verpflichtungen, die sich aus den internationalen Verträgen und aus den kraft derselben ergangenen Akten ergeben, zu ergreifen, wobei diese Massnahmen die Aufhebung und Abänderung von Gesetzesbestimmungen beinhalten können, und indem keine Angabe der internationalen Verträge und Akte vorliegt, bei denen Massnahmen ergriffen werden können, während in Artikel 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 18. Februar 1969 strafrechtliche Sanktionen bei Verstössen gegen die in Anwendung von Artikel 1 ergangenen Erlasse festgelegt werden?
« Schenden artikel 1 en 2 van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg en de waterweg, het legaliteitsbeginsel in strafzaken vervat in artikel 12, tweede lid en artikel 14 van de Grondwet doordat in artikel 1 van de voormelde wet van 18 februari 1969 aan de Koning, bij in ministerraad overlegd besluit, zonder specificatie de mogelijkheid wordt overgedragen om alle vereiste maatregelen te treffen ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de internationale verdragen en uit de krachtens deze genomen internationale akten en welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden, en doordat geen aanduiding wordt gegeven van de internationale verdragen en internationale akten van welke het voorzien van maatregelen in aanmerking kan komen, terwijl in artikel 2 van de voormelde wet van 18 februari 1969 strafsancties bepaald worden voor de overtredingen van de besluiten die bij toepassing van artikel 1 worden genomen ?

« Verstossen die Artikel 1 und 2 des Gesetzes vom 18hhhhqFebruar 1969 über Massnahmen zur Ausführung internationaler Verträge und Akte über Personen- und Güterbeförderung im Strassen-, Eisenbahn- und Binnenschiffsverkehr gegen das in den Artikeln 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung verankerte Legalitätsprinzip in Strafsachen, indem Artikel 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 18hhhhqFebruar 1969 den König ohne Spezifizierung dazu ermächtigt, durch im Ministerrat beratenen Erlass alle erforderlichen Massnahmen zur Ausführung der Verpflichtungen, die sich aus den internationalen Verträgen und aus den kraft derselben ergangenen Akten ergeben, zu ergreifen, wobei diese Massnahmen die Aufhebung und Abänderung von Gesetzesbestimmungen beinhalten können, und indem keine Angabe der internationalen Verträge und Akte vorliegt, bei denen Massnahmen ergriffen werden können, während in Artikel 2 des vorerwähnten Gesetzes vom 18hhhhqFebruar 1969 strafrechtliche Sanktionen bei Verstössen gegen die in Anwendung von Artikel 1 ergangenen Erlasse festgelegt werden?
« Schenden artikel 1 en 2 van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg en de waterweg, het legaliteitsbeginsel in strafzaken vervat in artikel 12, tweede lid en artikel 14 van de Grondwet doordat in artikel 1 van de voormelde wet van 18 februari 1969 aan de Koning, bij in ministerraad overlegd besluit, zonder specificatie de mogelijkheid wordt overgedragen om alle vereiste maatregelen te treffen ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de internationale verdragen en uit de krachtens deze genomen internationale akten en welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden, en doordat geen aanduiding wordt gegeven van de internationale verdragen en internationale akten van welke het voorzien van maatregelen in aanmerking kan komen, terwijl in artikel 2 van de voormelde wet van 18 februari 1969 strafsancties bepaald worden voor de overtredingen van de besluiten die bij toepassing van artikel 1 worden genomen ?

« Verstossen die Artikel 1bis und 1ter des Gesetzes vom 30. Juni 1971 über die administrativen Geldstrafen, die bei Verstössen gegen bestimmte Sozialgesetze zur Anwendung kommen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie es den Personen, die vor Gericht die in Artikel 8 dieses Gesetzes vorgesehene Klage erheben und nachweisen, dass die angemessene Frist zur Verhängung einer administrativen Geldstrafe überschritten ist, nicht ermöglichen, eine Herabsetzung der Geldstrafe bis unter die im Gesetz festgelegten Mindestsätze zu geniessen, während sie für die gleiche Straftat vor dem Strafgericht in den Genuss der Anwendung von Artikel 21ter des Strafprozessgesetzbuches kommen können, der vorkommendenfalls entweder zu einer einfachen Schuldigerklärung oder zu einer Strafe, die unter dem gesetzlichen Strafmass liegen kann, führt?
« Schenden de artikelen 1bis en 1ter van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het de personen die voor de rechtbank het in artikel 8 van die wet bedoelde beroep instellen en die aantonen dat de redelijke termijn om een administratieve geldboete uit te spreken is overschreden, niet mogelijk maken een vermindering van de geldboete te genieten tot minder dan de in de wet bedoelde wettelijke minima terwijl, voor eenzelfde inbreuk, zij voor de correctionele rechtbank de toepassing kunnen genieten van artikel 21ter van het Wetboek van Strafvordering dat, in voorkomend geval, hetzij tot een eenvoudige schuldigverklaring hetzij tot een straf die lager kan zijn dan de wettelijke minimumstraf leidt ?