30. weist darauf hin, dass die Informations- und Kommunikationstechnologien (IKT) im Rahmen festgelegter Unterrichtssituationen positive Wirkungen entfalten und die Motivation, und das Lernen fördern können; schlägt vor, dass die Mitgliedstaaten den Zugang der Schüler zu IKT von den allerersten Schuljahren an verbessern und fördern;
30. merkt op dat informatie- en communicatietechnologie (ICT) positieve effecten kan hebben binnen gestructureerde onderwijsomstandigheden en de motivatie en het leren kunnen stimuleren; stelt voor dat de lidstaten de toegang van leerlingen tot ICT vanaf de eerste schooljaren bevorderen en uitbreiden en bijscholingsprogramma's voor docenten ontwikkelen;