(4) Die Daten und Informationen aus diesen Überwachungsprogrammen werden der Europäischen Umweltagentur und den einschlägigen regionalen Meeres- und Fischereiorganisationen und -übereinkommen zur Verfügung gestellt, und zwar spätestens drei Monate nach Vollendung dieser Überwachungsprogramme für die Verwendung in gesamteuropäischen Bewertungen des Zustands der Meere, insbesondere im Überblick über den Zustand der Meeresumwelt in der Gemeinschaft gemäß Artikel 23 Absatz 3 Buchstabe b.
4. Gegevens en informatie afkomstig van deze monitoringprogramma's worden uiterlijk drie maanden na voltooiing ervan, beschikbaar gesteld aan het Europees Milieuagentschap en de relevante regionale mariene en visserijorganisaties en -verbanden om gebruikt te worden voor pan-Europese mariene evaluaties, met name met het oog op de in artikel 23, lid 3 onder b) bedoelde herziening van de status van het mariene milieu in de Gemeenschap.