Vertaling van "volkswirtschaften anzuwenden sind " (Duits → Nederlands) :

10. ist der Ansicht, dass auf der Grundlage der bestehenden Verträge die Koordinierung und Überwachung der Haushaltsdisziplin der Mitgliedsstaaten, deren Währung der Euro ist, rechtsverbindlich gemacht und der Kontrolle durch den Europäischen Gerichtshof auf der einfachen Grundlage von Artikel 136 AEUV in Verbindung mit Artikel 121 Absatz 6 unterstellt werden könnte, dass dieser Schritt aber, unter verfassungsrechtlichem Gesichtspunkt, nur dann in Betracht gezogen werden sollte, wenn er die Rolle des Parlaments, insofern als es die detaillierte Implementierung der Artikel 121 Absatz 3 und 4 AEUV betrifft, wesentlich stärken würde und um das multilaterale Überwachungsverfahren mit delegierten Handlungen auf der Grundlage von Artikel 290 AEUV zu vervollständigen und zu implementieren; erinnert daran, dass gemäß den Verträgen die Förderung eines hohen Beschäftigungsniveaus und die Gewährleistung eines angemessenen sozialen Schutzes bei der Definition und Umsetzung der Strategien und Maßnahmen der Union berücksichtigt werden müssen, und zwar indem auf der Grundlage der bestehenden Strategien neue Richtlinien für die Mitgliedstaaten, einschließlich sozialer und wirtschaftlicher Richtwerte mit Minimumstandards, die auf die wichtigsten Säulen ihrer Volkswirtschaften anzuwenden sind, eingeführt werden;
10. is van mening dat de coördinatie van en het toezicht op de begrotingsdiscipline van de lidstaten die de euro als munt hebben volgens de bestaande Verdragen bindend kunnen worden gemaakt en louter op basis van artikel 136 VWEU juncto artikel 121, lid 6, kunnen worden onderworpen aan toezicht door het Hof van Justitie van de Europese Unie, maar dat deze stap vanuit constitutioneel oogpunt alleen moet worden overwogen indien daarmee de rol van het Europees Parlement aanzienlijk zou worden versterkt voor wat betreft de precieze tenuitvoerlegging van artikel 121, leden 3 en 4, VWEU, en om de procedure voor multilateraal toezicht met gedelegeerde handelingen op basis van artikel 290 VWEU te vervolledigen en te implementeren; herinnert eraan dat volgens de Verdragen de bevordering van een hoge werkgelegenheid en de waarborging van een adequate sociale bescherming in acht moeten worden genomen bij de bepaling en uitvoering van het beleid en de activiteiten van de Unie, namelijk door voortbouwend op bestaande strategieën een nieuwe reeks richtsnoeren voor de lidstaten te introduceren, met inbegrip van sociale en economische ijkpunten met minimale normen die op de voornaamste pijlers van de economie moeten worden toegepast;

10. ist der Ansicht, dass auf der Grundlage der bestehenden Verträge die Koordinierung und Überwachung der Haushaltsdisziplin der Mitgliedsstaaten, deren Währung der Euro ist, rechtsverbindlich gemacht und der Kontrolle durch den Europäischen Gerichtshof auf der einfachen Grundlage von Artikel 136 AEUV in Verbindung mit Artikel 121 Absatz 6 unterstellt werden könnte, dass dieser Schritt aber, unter verfassungsrechtlichem Gesichtspunkt, nur dann in Betracht gezogen werden sollte, wenn er die Rolle des Parlaments, insofern als es die detaillierte Implementierung der Artikel 121 Absatz 3 und 121 Absatz 4 AEUV betrifft, wesentlich stärken würde und um das multilaterale Überwachungsverfahren mit delegierten Handlungen auf der Grundlage von Artikel 290 AEUV zu vervollständigen und zu implementieren; erinnert daran, dass gemäß den Verträgen die Förderung eines hohen Beschäftigungsniveaus und die Gewährleistung eines angemessenen sozialen Schutzes bei der Definition und Umsetzung der Strategien und Maßnahmen der Union berücksichtigt werden müssen, und zwar indem auf der Grundlage der bestehenden Strategien neue Richtlinien für die Mitgliedstaaten, einschließlich sozialer und wirtschaftlicher Richtwerte mit Minimumstandards, die auf die wichtigsten Säulen ihrer Volkswirtschaften anzuwenden sind, eingeführt werden;
10. is van mening dat de coördinatie van en het toezicht op de begrotingsdiscipline van de lidstaten die de euro als munt hebben volgens de bestaande Verdragen bindend kunnen worden gemaakt en louter op basis van artikel 136 VWEU juncto artikel 121, lid 6, kunnen worden onderworpen aan toezicht door het Hof van Justitie van de Europese Unie, maar dat deze stap vanuit constitutioneel oogpunt alleen moet worden overwogen indien daarmee de rol van het Europees Parlement aanzienlijk zou worden versterkt voor wat betreft de precieze tenuitvoerlegging van artikel 121, leden 3 en 4, van het VWEU, en om de procedure voor multilateraal toezicht met gedelegeerde handelingen op basis van artikel 290 VWEU te vervolledigen en te implementeren; herinnert eraan dat volgens de Verdragen de bevordering van een hoge werkgelegenheid en de waarborging van een adequate sociale bescherming in acht moeten worden genomen bij de bepaling en uitvoering van het beleid en de activiteiten van de Unie, namelijk door voortbouwend op bestaande strategieën een nieuwe reeks richtsnoeren voor de lidstaten te introduceren, met inbegrip van sociale en economische ijkpunten met minimale normen die op de voornaamste pijlers van de economie moeten worden toegepast;

48. unterstreicht, dass die Haushaltskonsolidierung von mittel- und langfristigen Zielen flankiert sein muss, wie sie in der Strategie Europa 2020 aufgeführt sind, vor allem im Hinblick auf die Schaffung von Arbeitsplätzen, die soziale Eingliederung, Investitionen in die Infrastruktur, Ressourceneffizienz, eine umweltfreundliche Umgestaltung der Wirtschaft sowie eine wissensbasierte Wirtschaft, um die Wettbewerbsfähigkeit und den sozialen und territorialen Zusammenhalt zu stärken; weist darauf hin, dass die verschiedenen nationalen und EU-Maßnahmen eine einheitliche Unterstützung für die Strategie bieten sollten und dass die Haushaltsdisziplin langfristig die Wachstumsaussichten unterminieren, die Wettbewerbsfähigkeit senken und der Wirtschaft ernsthaften Schaden zufügen kann, sofern sie keine wohldurchdachte Strategie aufweist; erinnert in Anbetracht dessen, dass die offene Methode der Koordinierung fehlgeschlagen ist, daran, dass die Strategie Europa 2020 verbindliche von der Kommission und den Mitgliedstaaten erarbeitete Ziele mit Maximal- und Minimalwerten enthalten sollte, die auf bestimmte makroökonomische Aspekte ihrer Volkswirtschaften anzuwenden sind;
48. benadrukt dat budgettaire consolidatie vergezeld moet gaan van midden- en langetermijndoelstellingen zoals die zijn bepaald in het kader van de Europa 2020-strategie, inzonderheid met betrekking tot het scheppen van werkgelegenheid, sociale integratie, infrastructuurinvesteringen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, de ecologische transformatie van de economie en het creëren van een kenniseconomie met het oog op de verbetering van het concurrentievermogen en van de maatschappelijke en territoriale cohesie; merkt op dat deze strategie consistent door de diverse vormen van nationaal en EU-beleid moet worden geschraagd, en dat begrotingsdiscipline die wordt opgelegd zonder dat er een duidelijk gedefinieerde strategie aan ten grondslag ligt, de groeivooruitzichten kan ondergraven, het concurrentievermogen kan aantasten en op lange termijn grote schade kan toebrengen aan de economie; wijst er nogmaals op dat de open coördinatiemethode is mislukt en dat de Europa 2020-strategie daarom door de Commissie ten behoeve van de lidstaten vast te stellen bindende doelstellingen dient te omvatten met maximum- en minimumwaarden die moeten gelden voor bepaalde macro-economische aspecten van hun economieën;

47. unterstreicht, dass die Haushaltskonsolidierung von mittel- und langfristigen Zielen flankiert sein muss, wie sie in der Strategie Europa 2020 aufgeführt sind, vor allem im Hinblick auf die Schaffung von Arbeitsplätzen, die soziale Eingliederung, Investitionen in die Infrastruktur, Ressourceneffizienz, eine umweltfreundliche Umgestaltung der Wirtschaft sowie eine wissensbasierte Wirtschaft, um die Wettbewerbsfähigkeit und den sozialen, wirtschaftlichen und territorialen Zusammenhalt zu stärken; weist darauf hin, dass die verschiedenen nationalen und EU-Maßnahmen eine einheitliche Unterstützung für die Strategie bieten sollten und dass die Haushaltsdisziplin langfristig die Wachstumsaussichten unterminieren, die Wettbewerbsfähigkeit senken und der Wirtschaft ernsthaften Schaden zufügen kann, sofern sie keine wohldurchdachte Strategie aufweist; erinnert in Anbetracht dessen, dass die offene Methode der Koordinierung fehlgeschlagen ist, daran, dass die Strategie Europa 2020 verbindliche von der Kommission und den Mitgliedstaaten erarbeitete Ziele mit Maximal- und Minimalwerten enthalten sollte, die auf bestimmte makroökonomische Aspekte ihrer Volkswirtschaften anzuwenden sind;
47. benadrukt dat budgettaire consolidatie vergezeld moet gaan van midden- en langetermijndoelstellingen zoals die zijn bepaald in het kader van de Europa 2020-strategie, inzonderheid met betrekking tot het scheppen van werkgelegenheid, sociale integratie, infrastructuurinvesteringen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, de ecologische transformatie van de economie en het creëren van een kenniseconomie met het oog op de verbetering van het concurrentievermogen en van de maatschappelijke, economische en territoriale cohesie; merkt op dat deze strategie consistent door de diverse vormen van nationaal en EU-beleid moet worden geschraagd, en dat begrotingsdiscipline die wordt opgelegd zonder dat er een duidelijk gedefinieerde strategie aan ten grondslag ligt, de groeivooruitzichten kan ondergraven, het concurrentievermogen kan aantasten en op lange termijn grote schade kan toebrengen aan de economie; wijst er nogmaals op dat de open coördinatiemethode is mislukt en dat de Europa 2020-strategie daarom door de Commissie ten behoeve van de lidstaten vast te stellen bindende doelstellingen dient te omvatten met maximum- en minimumwaarden die moeten gelden voor bepaalde macro-economische aspecten van hun economieën;

weist mit Nachdruck darauf hin, dass Altersversorgung und Pensions- und Rentensysteme vorrangig in die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten fallen; erkennt an, dass die Volkswirtschaften der Mitgliedstaaten eng miteinander verbunden sind, und fordert die EU und die Mitgliedstaaten daher auf, ihre verschiedenen Politiken im Bereich der Altersvorsorge gut zu koordinieren und die offene Methode der Koordinierung anzuwenden, um die Angemessenheit, Sicherheit und Nachhaltigkeit der Altersversorgungssysteme zu gewährleisten;
onderstreept dat pensioenen en pensioenstelsels onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten vallen; beseft dat de economieën van de lidstaten met elkaar verweven zijn en verlangt daarom dat de EU en de lidstaten hun pensioenbeleid terdege coördineren en door gebruikmaking van de open coördinatiemethode tot adequate, houdbare en zekere pensioenstelsels komen;