Zum einen betrifft das Übereinkommen zwar die Visumpflicht, da es in Artikel 6 Absatz 6 des Übereinkommens heißt: „Für Zwecke des Landgangs darf von den Seeleuten nicht verlangt werden, dass sie im Besitz eines Visums sind“, erfordert jedoch keine Änderung des entsprechenden Rechtsakts der Gemeinschaft.
Ten eerste: het verdrag heeft betrekking op de visumplicht aangezien in artikel 6, paragraaf 6 bepaald wordt dat zeevarenden niet in het bezit van een visum moeten zijn om toestemming te krijgen om aan wal te gaan. Toch impliceert dit niet dat de corresponderende communautaire tekst gewijzigd wordt.