Die Freiheit der in Absatz 1 erwähnten Mutterpflanze für Vorstufenmaterial von den genannten Viren und Viroiden wird durch visuelle Kontrolle in der Einrichtung, auf dem Feld sowie der Partien und durch Beprobung und Untersuchung festgestellt.
De prebasismoederplant bedoeld in lid 1 is, bij visuele inspectie van de faciliteiten, velden en partijen en bij bemonstering en toetsing, vrij bevonden van deze virussen en viroïden.