Aus den in der Klageschrift enthaltenen Ausführungen geht hervor, dass der dritte Klagegrund sich auf die Vereinbarkeit der Artikel 14 und 22 des Gesetzes vom 3. Juli 2005 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung bezieht, insofern die dadurch eingefügten Artikel XII. IV. 7 und XII. VII. 15bis RSPol die darin erwähnten Personen anders behandelten als die im ehemaligen Artikel XII. VII. 22 RSPol erwähnten Personen.
Uit de uiteenzetting van het verzoekschrift blijkt dat het derde middel betrekking heeft op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 14 en 22 van de wet van 3 juli 2005, in zoverre de daarbij ingevoegde artikelen XII. IV. 7 en XII. VII. 15bis RPPol de personen die daarin worden beoogd, anders zouden behandelen dan diegenen die worden beoogd in het vroegere artikel XII. VII. 22 RPPol.