Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vierten klagenden parteien " (Duits → Nederlands) :

Es ist in diesem Fall nicht notwendig, das Interesse der zweiten, dritten und vierten klagenden Parteien zu prüfen, da das Interesse der ersten klagenden Partei weder angefochten wird, noch anfechtbar ist, umso mehr, als sie ebenfalls Partei in der Rechtssache ist, in der der Staatsrat durch seinen Entscheid Nr. 228. 690 vom 7. Oktober 2014 dem Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage zu Artikel 4.8.21 des Flämischen Raumordnungskodex gestellt hat.

Het is te dezen niet nodig het belang van de tweede, derde en vierde verzoekende partijen te onderzoeken, nu het belang van de eerste verzoekende partij niet wordt betwist, noch betwistbaar is, temeer daar zij eveneens partij is in de zaak waarin de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.690 van 7 oktober 2014 aan het Hof een prejudiciële vraag heeft gesteld over artikel 4.8.21 van de VCRO.


In ihrem vierten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass der angefochtene Artikel 18 des Dekrets vom 23. Dezember 2016 gegen Artikel 27 der Verfassung verstoße, indem dadurch künftig direkte oder indirekte Verbindungen zwischen mehr als zwei lokalen Rundfunkanstalten verboten würden.

In hun vierde middel voeren de verzoekende partijen aan dat het bestreden artikel 18 van het decreet van 23 december 2016 artikel 27 van de Grondwet schendt, doordat het voortaan rechtstreekse of onrechtstreekse bindingen tussen meer dan twee lokale radio-omroeporganisaties zou verbieden.


Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6497 leiten einen vierten Klagegrund aus einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 22 der Verfassung, durch die Artikel 148, 153 und 163 des Gesetzes vom 5. Februar 2016, ab, durch die neue Bestimmungen in das Gesetz vom 17. Mai 2006 « über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodal ...[+++]

De verzoekende partijen in de zaak nr. 6497 leiden een vierde middel af uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 22 van de Grondwet, door de artikelen 148, 153 en 163 van de wet van 5 februari 2016, die nieuwe bepalingen invoegen in de wet van 17 mei 2006 « betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de str ...[+++]


Äußerst hilfsweise fechten die klagenden Parteien im vierten Teil des zweiten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 5741 den Steuersatz an, der der gewöhnliche Satz von 21 Prozent sei, weil er unverhältnismäßige Auswirkungen auf den Zugang zu den Dienstleistungen eines Rechtsanwalts habe, die in einem Rechtsstaat als wesentlich gelten würden.

In uiterst ondergeschikte orde betwisten de verzoekende partijen in het tweede middel, vierde onderdeel ervan, in de zaak nr. 5741 het tarief van de belasting, dat het gewone tarief van 21 pct. is, want het heeft onevenredige gevolgen ten aanzien van de toegang tot de - in een rechtsstaat essentieel geachte - diensten van een advocaat.


Im zweiten Teil des zweiten Klagegrunds, im vierten Klagegrund und im ersten Teil des fünften Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass die Artikel 44/5 § 6, 44/9, 44/10 und 44/11/2 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch die Artikel 12, 18, 19 und 23 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar seien mit dem Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es durch die in B.7 zitierten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen gewährleistet werde, da die Daten zu lange aufbewahrt werden könn ...[+++]

In het tweede onderdeel van het tweede middel, het vierde middel en het eerste onderdeel van het vijfde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat de artikelen 44/5, § 6, 44/9, 44/10 en 44/11/2 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij de artikelen 12, 18, 19 en 23 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat de gegevens te lang kunnen worden bewaard en niet worden gewist indien er ...[+++]


Im Gegensatz zu dem, was die klagenden Parteien im vierten Klagegrund anführen, kann diese Bestimmung nicht als unverbindliche Richtlinie betrachtet werden, sondern ist sie eine wesentliche Verpflichtung für die Polizeidienste, innerhalb einer angemessenen Frist die notwendigen Maßnahmen zu ergreifen.

In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen aanvoeren in het vierde middel, kan die bepaling niet worden beschouwd als een vrijblijvende richtlijn, maar maakt zij een wezenlijke verplichting uit voor de politiediensten om binnen een redelijke termijn de nodige maatregelen te nemen.


Im vierten Klagegrund führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass Artikel 44/10 § 2 Absatz 1 Nr. 4 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch Artikel 19 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Grundsätzen der Waffengleichheit und der Rechte der Verteidigung, indem die Polizeidienste Daten aus den Archiven der AND benutzen könnten, um sich vor Gericht zu verteidigen, während die Gegenpartei dies nicht könne.

In het vierde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat artikel 44/10, § 2, eerste lid, 4°, van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 19 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de beginselen van de wapengelijkheid en van de rechten van verdediging, doordat de politiediensten gegevens uit de archieven van de A.N.G. kunnen gebruiken om zich in rechte te verdedigen, terwijl de tegenpartij dit niet kan.


Die klagenden Parteien leiten einen vierten Klagegrund ab aus einem Verstoß durch die Artikel 2 und 3 des Gesetzes vom 22. Mai 2014 gegen die Artikel 10, 11, 19 und 25 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 9, 10 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 18 und 19 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte.

De verzoekende partijen leiden een vierde middel af uit de schending, door de artikelen 2 en 3 van de wet van 22 mei 2014, van de artikelen 10, 11, 19 en 25 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 9, 10 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 18 en 19 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.


In einem ersten Teil ihres vierten Klagegrunds machen die klagenden Parteien geltend, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 28 bis 30 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV), mit dem Verbot, Abgaben gleicher Wirkung zu erheben, sowie mit dem Grundsatz des freien Warenverkehrs verstießen, indem eine Steuer auferlegt werde, die die wallonische grüne Energie der anderswo erzeugten grünen Energie gegenüber benachteilige.

In een eerste onderdeel van hun vierde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 28 tot 30 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), met het verbod van heffingen van gelijke werking en met het beginsel van het vrije verkeer van goederen, hebben geschonden door een belasting op te leggen die Waalse groene energie benadeelt ten opzichte van elders geproduceerde groene energie.


Selbst in der Annahme, dass die klagenden Parteien in den Anwendungsbereich der angefochtenen Bestimmungen fallen würden, hat die in B.7 beschriebene besondere Übergangsregelung zur Folge, dass die ersten drei klagenden Parteien, die endgültig ernannte Personalmitglieder der vierten klagenden Partei sind und einen durch Verordnung festgelegten Verhältnissatz von einem Fünfzigstel genießen, jederzeit einem flexibleren Erfordernis hinsichtlich der Dienstjahre unterliegen als die Beamten mit dem ...[+++]

Zelfs in de hypothese dat de verzoekende partijen onder het toepassingsgebied van de bestreden bepalingen zouden vallen, heeft de bijzondere overgangsregeling, zoals in B.7 omschreven, tot gevolg dat de eerste drie verzoekende partijen, die vastbenoemde personeelsleden van de vierde verzoekende partij zijn en een reglementair tantième van 1/50 genieten, te allen tijde aan een soepeler vereiste van dienstjaren zijn onderworpen dan de ambtenaren met het normale tantième van 1/60.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vierten klagenden parteien' ->

Date index: 2020-12-24
w