(1) Die Mitgliedstaaten treffen die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzu
stellen, dass gegen natürliche Personen, die sich einer Straftat im Sinne von Artikel 3 schuldig gemacht haben, eine Freiheitsstrafe im Höchs
tmaß von mindestens vier Jahren verhängt werden kann , wenn diese Straftat schwerwiegend im Sinne von Artikel 3 Nummer 5 der Richtlinie 2005/60/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 26. Oktober 2005 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche einschließlich der Fi
...[+++]nanzierung des Terrorismus ist oder im Rahmen einer kriminellen Vereinigung im Sinne des Rahmenbeschlusses 2007/./JI [ zur Bekämpfung der organisierten Kriminalität] begangen wurde oder wenn von dieser Straftat eine Gefährdung der Gesundheit oder Sicherheit von Personen ausgeht.1. De lidstaten do
en het nodige opdat natuurlijke personen die zich schuldig hebben gemaakt aan de in artikel 3 bedoelde strafbare feiten, worden gestraft met een maximu
mstraf van minstens vier jaar gevangenisstraf wanneer het gaat om ernstige strafbare feiten in de zin van artikel 3, punt 5 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of wanneer deze feiten
...[+++]in het kader van een criminele organisatie in de zin van Kaderbesluit 2007/ .JBZ [ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit] zijn gepleegd of een risico voor de gezondheid of de veiligheid van personen inhouden.