c) die Erhaltung und nachhaltige Nutzung sonstiger Komponenten der biologischen Vielfalt, die in Agrarlandschaften vorkommen, in ausgewogener Weise berücksichtigen, wobei eindeutig die Funktionen der biologischen Vielfalt von Agrarökosystemen für den Naturschutz, den Landschaftsschutz und die nachhaltige Nutzung festgehalten werden sollten.
c) behoud en duurzaam gebruik van andere bestanddelen van biologische diversiteit die in landbouwgebieden voorkomen, met een duidelijke vermelding van de functies van de biodiversiteit van agro-ecosystemen voor de instandhouding van de natuur, de bescherming van het landschap en duurzaam gebruik;