(3) In jedem Mitgliedstaat werden jedes Jahr so viele Münzsortiergeräte geprüft, dass die von den Geräten in dem fraglichen Jahr sortierten Euro-Münzen mindestens 25 % des Nettogesamtvolumens entsprechen, das der jeweilige Mitgliedstaat seit der Einführung der Euro-Münzen bis zum Ende des Vorjahres an Euro-Münzen ausgegeben hat.
3. In elke lidstaat wordt jaarlijks een zodanig aantal muntsorteermachines gecontroleerd dat de hoeveelheid euromunten die in dat jaar door die machines wordt verwerkt, ten minste 25 % bedraagt van de totale gecumuleerde nettohoeveelheid euromunten die door de betrokken lidstaat sedert de invoering van euromunten tot het einde van het voorafgaande jaar is uitgegeven.