Traduction de «vgl rechtssache c-155 » (Allemand → Néerlandais) :

Der dritte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6190 ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung und gegen Artikel 6 der Richtlinie 92/43/EWG des Rates vom 21. Mai 1992 zur Erhaltung der natürlichen Lebensräume sowie der wildlebenden Tiere und Pflanzen (nachstehend: Habitatrichtlinie) sowie gegen Artikel 6 des Aarhus-Übereinkommens durch die Artikel 155, 226 und 390 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung, weil, abgesehen von der Ausnahme für Tätigkeiten, die materielle Eingriffe in die Umwelt zur Folge haben, bei einer reinen Erneuerung einer Umgebungsgenehmigung oder Umwandlung einer Umweltgenehmigung in eine Umgebungsgenehmigung keine Verpflichtung zur Ausführung einer Umweltverträglichkeitsprüfung gelte und auch keine entsprechende Beurteilung vorgenommen werden müsse, während die Vergangenheit zeige, dass diese Untersuchungen früher wohl bei der Erneuerung einer Umweltgenehmigung immer notwendig gewesen seien.
Het derde middel in de zaak nr. 6190 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet en van artikel 6 van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (hierna : Habitatrichtlijn) alsook van artikel 6 van het Verdrag van Aarhus door de artikelen 155, 226 en 390 van het Omgevingsvergunningsdecreet omdat, behoudens de uitzondering voor activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben, bij een loutere hernieuwing van een omgevingsvergunning of omzetting van een milieuvergunning in een omgevingsvergunning geen verplichting zou gelden tot het uitvoeren van een project-MER en ook geen passende beoordeling zou moeten worden uitgevoerd, terwijl de historiek aantoont dat die onderzoeken voorheen wel steeds noodzakelijk waren bij de hernieuwing van een milieuvergunning.

Dies bezieht sich auf das Urteil des Europäischen Gerichtshofs in der Rechtssache C 155/07 (Parlament gegen Rat) vom 6. November 2008 bezüglich der sich für die EIB aus dem Vertrag ergebenden Verpflichtungen.
Referentie naar de zaak voor het HvJ C-155/07 Parlement v. Raad, arrest van 6 november 2008, over de verplichtingen die voor de EIB voortvloeien uit het Verdrag

Der Erwerb von Immobilien in Spanien erfolgt jedenfalls im Einklang mit nationalen Gesetzen, und jede Übertretung dieser Gesetze muss vor den zuständigen spanischen Justizbehörden geregelt werden (vgl. Rechtssache C-182/83, Fearon v. Irish Land Commission, Slg. 1984, 3677).
In ieder geval geschiedt de koop van onroerend goed in Spanje overeenkomstig de nationale wetgeving en moeten eventuele schendingen van die wetgeving worden voorgelegd aan de bevoegde Spaanse rechterlijke instanties (zie zaak C-182/83 Fearon v. Irish Land Commission [1984] Jurispr. 3677).

[46] Vgl. Rechtssache 41/74, van Duyn, Rdnrn. 17 ff.
[46] Zaak 41/74, van Duyn (punten 17 en volgende).

[63] Familienangehörige aus Drittstaaten sind nach dem Gemeinschaftsrecht nicht verpflichtet, im Haushalt des EU-Bürgers zu leben, um das Aufenthaltsrecht in Anspruch nehmen zu können; vgl. Rechtssache 267/83, Diatta, Rdnrn. 15 ff.).
[63] Het Gemeenschapsrecht schrijft niet voor dat echtgenoten uit derde landen met de EU-burger moeten wonen om voor een verblijfsrecht in aanmerking te komen – zaak 267/83, Diatta (punten 15 en volgende).

[26] Vgl. Rechtssache C-408/03, Kommission/Belgien (Rdnrn. 40 ff.).
[26] Zaak C-408/03, Commissie/België (punt 40 en volgende).

Wenn sich bei der Prüfung einer von der Gemeinschaft zu erlassenden Maßnahme zeigt, dass sie eine zweifache Zielsetzung hat oder in zwei Teile gegliedert ist, von denen eines als hauptsächliche oder vorherrschende Zielsetzung bzw. hauptsächlicher oder vorherrschender Bestandteil ist, während die andere Zielsetzung/der andere Bestandteil nur hinzu tritt, muss die Maßnahme auf eine einzige Rechtsgrundlage gestützt werden, nämlich diejenige, die sich aus dem hauptsächlichen bzw. vorherrschenden Zweck oder Bestandteil ergibt (vgl. Rechtssache C-155/91, Kommission/Rat, Slg. 1993 S. I-939 Abschnitte 19 und 21 (Urteil Abfallrichtlinie), Rechtssache C-42/79, Parlament/Rat, Slg. 1999 S. I-869 Abschnitte 39 und 40 und Rechtssache C-36/98, Spanien/Rat, Slg.
Indien uit analyse van een Gemeenschapshandeling volgt dat zij een tweeledig doel heeft of dat er sprake is van twee componenten, en indien één ervan als hoofddoel dan wel hoofdelement of overwegende component kan worden aangewezen, terwijl de andere slechts een ondergeschikt element is, moet de handeling op één enkele rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke het hoofddoel, het hoofdelement of de overwegende component verlangt (zie zaak C-155/91, Commissie/Raad, Jurispr. 1993, blz. I-939, par. 19 en 21 (afvalstoffen); zaak C-42/97, Parlement/Raad, Jurispr. 1999, blz. I-869, par. 39 en 40; en zaak C-36/98 Spanje/Raad, Jurispr. 2001, blz. I-779, par. 59).

[38] Vgl. Rechtssache C-87/94, Kommission v. Belgien (Bus Wallons), Urteil vom 25. April 1994, Randnummer 54.
[38] Zie het arrest van 25 april 1994 in zaak C-87/94, Commissie/België (Waalse bussen), punt 54.

Diese Vorschrift schließt es daher aus, dass die betreffenden Zeichen oder Angaben aufgrund ihrer Eintragung als Marke einem Unternehmen vorbehalten werden (vgl. Urteile vom 23. Oktober 2003 in der Rechtssache C‑191/01 P, HABM/Wrigley, Slg. 2003, I‑12447, Randnr. 31, und Beschlüsse vom 5. Februar 2004 in der Rechtssache C‑326/01 P, Telefon Buch/HABM, Slg. 2004, I‑1371, Randnr. 27, und in der Rechtssache C‑150/02 P, Streamserve/HABM, Slg. 2004, I‑1461, Randnr. 25).
Deze bepaling belet derhalve dat die tekens of aanduidingen op grond van de inschrijving ervan als merk aan een enkele onderneming worden voorbehouden (zie arrest van 23 oktober 2003, BHIM/Wrigley, C‑191/01 P, Jurispr. blz. I‑12447, punt 31, en beschikkingen van 5 februari 2004, Telefon Buch/BHIM, C‑326/01 P, Jurispr. blz. I‑1371, punt 27, en Streamserve/BHIM, C‑150/02 P, Jurispr. blz. I‑1461, punt 25).

Ergibt die Prüfung des Gemeinschaftsrechtsakts, dass durch ihn zwei Zielvorgaben verfolgt werden oder dass er zwei Komponenten aufweist, und wenn eine davon von wesentlicher oder überwiegender und die andere nur von untergeordneter Bedeutung ist, muss der Rechtsakt auf eine einzige Rechtsgrundlage gestützt werden, und zwar diejenige, die für die wesentliche oder überwiegende Komponente oder Zielvorgabe erforderlich ist (siehe Rechtssache C–155/91 Kommission gegen Rat [1993] Slg. I-939, Randnummern 19 und 21 (Abfallrichtlinien-Urteil), Rechtssache C-42/97 Parlament gegen Rat [1999] Slg. I-869, Randnummern 39 und 40, und Rechtssache C-36/98 Spanien gegen Rat [2001] Slg. I-779, Randnummer 59).
Als uit onderzoek blijkt dat een maatregel van de Gemeenschap een tweeledig doel heeft of een dubbel bestanddeel bevat en als het ene kan worden aangewezen als het belangrijkste of overheersende doel of bestanddeel, terwijl het andere slechts incidenteel van aard is, moet de maatregel worden gebaseerd op één enkele rechtsgrondslag, namelijk de rechtsgrondslag die vereist is voor het belangrijkste of overheersende doel of bestanddeel (zie zaak C-155/91 Commissie tegen Raad Jurispr. 1993 I-939, par. 19 en 21 (arrest afvalrichtlijn), zaak C-42/97 Parlement tegen Raad Jurispr. 1999 I-869, par. 39 en 30 en zaak C-36/98 Spanje tegen Raad Jurispr. 2001 I-779, par. 59).