De prejudiciële vraag en de
motivering van het verwijzingsarrest doen ervan blijken dat artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek moet worden geïnterpreteerd in die zin dat de erin bedoelde kennisgeving bij gerechtsbrief slechts dient
te geschieden in de zaken opgesomd in artikel 704, eerste lid, van dat Wetboek, en n
iet in de zaken die kunnen worden ingeleid volgens de procedure bepaald bij voormeld artikel 704, eerste
...[+++] lid, krachtens een afzonderlijke wetsbepaling, zoals artikel 164, derde lid, van de ZIV-wet 1994.