12. verurteilt den riesigen Einsatz von Propaganda durch russische Staatsdiener und Medien im Zusammenhang mit angeblichen Übergriffen gegen die russischsprechende Minderheit, die nicht durch Fakten belegt sind, sowie die grundlosen Anschuldigungen bezüglich der Behörden in Kiew, d
ie als „Faschisten“ verunglimpft werden; äußert erneut seine erste Sorge über die Meinungsfreiheit in Russland und weist auf den Fall des russischen Historikers Andrej Subow aus jüngster Zeit hin, der seinen Arbeitsplatz an dem Moskauer Staatlichen Institut für Internationale Angelegenheiten verlor
...[+++]en hat, nachdem er den russischen Präsidenten wegen der Übernahme der Krim kritisiert hatte; 12. veroordeelt het feit dat Russische functionarissen en media op grote schaal propaganda verspreiden over vermeende schendingen van de rechten van de Russischtalige minderheid die
niet door de feiten worden bevestigd, en op niets gebaseerde beschuldigingen uiten over het "fascistische" karakter van de autoriteiten in Kiev; herhaalt dat het ernstig bezorgd is over de vrijheid van meningsuiting in Rusland en wijst op het recente geval van de Russische historicus Andrei Zoebov, die zijn baan aan het Staatsinstituut voor Internationale Aangelegenheden in Moskou heeft verloren na het uiten van kritiek op de Russische president wegens de ov
...[+++]ername van de Krim;