(3) Wenn es durch aussergewöhnliche Umstände gerechtfertigt ist, können die Zollbehörden auf Antrag des Beteiligten die Fristen nach den Absätzen 1 und 2 in vertretbaren Grenzen verlängern, um die bewilligte Verwendung zu ermöglichen.
3. Wanneer uitzonderlijke omstandigheden zulks rechtvaardigen, kunnen de douaneautoriteiten de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen evenwel op verzoek van de betrokkene binnen redelijke grenzen verlengen, om het toegestane gebruik mogelijk te maken.