Vertaling van "vertrauen bürger darauf verletzt " (Duits → Nederlands) :

Die Kommission habe das Vertrauen der Bürger darauf verletzt, dass sie jede beliebige Sprache der Union als Sprache 2 wählen könnten, wie dies bis 2007 immer der Fall gewesen sei und im Urteil des Gerichtshofs in der Rechtssache C-566/10 P verbindlich bekräftigt worden sei.
De Commissie heeft het vertrouwen van de burger geschonden dat als tweede taal om het even welke taal van de Unie kan worden gekozen. Dit was tot 2007 steeds mogelijk en is bevestigd in het arrest van het Hof in zaak C-566/10 P.

Ein wirksamer Schutz dieser Rechte in der gesamten EU ist unerlässlich, damit die Bürger darauf vertrauen, dass der Europäische Rechtsraum korrekt funktioniert.
Om ervoor te zorgen dat de burgers vertrouwen hebben in de echte Europese rechtsruimte, moeten deze rechten in de hele EU doeltreffend worden beschermd.

Wir verlangen mit unserer Economic Governance jetzt, dass der Stabilitäts- und Wachstumspakt präventiv und korrektiv verstärkt wird, dass es bei der Durchsetzung von Sanktionen eine umgekehrte Mehrheit gibt und dass die Kommission ein Durchgriffsrecht hat, wenn es notwendig ist, damit der Bürger darauf vertrauen kann, dass die Regeln eingehalten werden.
Wij eisen met ons economisch bestuur nu dat het groei- en stabiliteitspact preventief en correctief wordt versterkt, dat er bij de oplegging van sancties een omgekeerde meerderheid is en dat de Commissie indien nodig het recht heeft om in te grijpen, zodat de burger erop kan vertrouwen dat aan de regels wordt voldaan.

I. in der Erwägung, dass die EU-Bürger mittlerweile größere Ansprüche an die Union richten und ihre Leistung außerdem kritischer bewerten; in der Überzeugung, dass die Öffentlichkeit die Union erst dann wieder als eigenes Projekt wahrnehmen wird, wenn die Bürger darauf vertrauen, dass ihre Werte und Interessen besser von der Union vertreten werden.
I. overwegende dat de Europese burgers meer van de Unie zijn gaan eisen en de werking van de Unie kritischer benaderen; en tevens overwegende dat het publiek zich pas opnieuw betrokken zal voelen bij de Unie wanneer de bevolkingen van de verschillende lidstaten ervan overtuigd zijn dat hun waarden en belangen beter door de Unie worden gediend,

G. in der Erwägung, dass die EU-Bürger mittlerweile größere Ansprüche an die Union richten und ihre Leistung außerdem kritischer bewerten; in der Überzeugung, dass die Öffentlichkeit die Union erst dann wieder als eigenes Projekt wahrnehmen wird, wenn die Bürger darauf vertrauen, dass ihre Werte und Interessen besser von der Union vertreten werden.
G. overwegende dat de Europese burgers meer van de Unie zijn gaan eisen en de werking van de Unie kritischer benaderen; en tevens overwegende dat het publiek zich pas opnieuw betrokken zal voelen bij de Unie wanneer de bevolkingen van de verschillende lidstaten ervan overtuigd zijn dat hun waarden en belangen beter door de Unie worden gediend,

Das bedeutet, dass sichergestellt werden muss, dass die Bürger darauf vertrauen, dass die Maßnahmen und Finanzen der Union korrekt und effizient verwaltet werden.
Dit houdt in te waarborgen dat de burgers erop kunnen vertrouwen dat de activiteiten en de financiën van de Unie op correcte en doelmatige wijze worden beheerd.

« Verstösst Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit den Artikeln 13 und 146 der Verfassung sowie mit den allgemeinen Grundsätzen des gerechten Verfahrens, der Rechtssicherheit und des rechtmässigen Vertrauens der Bürger zu den Behörden, indem die Bestimmung darauf abzielen würde und/oder zur Folge hätte, dass den laufenden Gerichtsverfahren eine ausschlaggebende Wendung zum Vorteil der öffentlichen Hand und zum Nachteil der Bürger gegeben wird?
« Houdt artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 13 en 146 van de Grondwet, alsook met de algemene principes van het eerlijk proces, de rechtszekerheid en het gewettigde vertrouwen van de bestuurden in de overheid, doordat die bepaling ertoe zou strekken en/of tot gevolg zou hebben dat aan de lopende jurisdictionele procedures een beslissende wending wordt gegeven ten gunste van de openbare macht en ten nadele van de bestuurden ?

« Verstösst Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit den Artikeln 13 und 146 der Verfassung sowie mit den allgemeinen Grundsätzen des gerechten Verfahrens, der Rechtssicherheit und des rechtmässigen Vertrauens der Bürger zu den Behörden, indem die Bestimmung darauf abzielen würde und/oder zur Folge hätte, dass den laufenden Gerichtsverfahren eine ausschlaggebende Wendung zum Vorteil der öffentlichen Hand und zum Nachteil der Bürger gegeben wird?
« Houdt artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in onderlinge samenhang met de artikelen 13 en 146 van de Grondwet, alsook met de algemene principes van het eerlijk proces, de rechtszekerheid en het gewettigde vertrouwen van de bestuurder in de overheid, doordat die bepaling ertoe zou strekken en/of tot gevolg zou hebben dat aan de lopende jurisdictionele procedures een beslissende wending wordt gegeven ten gunste van de openbare macht en ten nadele van de bestuurden ?

Aus dem Urteil der Europäischen Gerichtshofes in Sachen Pressos (I) gegen Belgien vom 20. November 1995 wird abgeleitet, dass « die [Europäische] Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten auch dann zur Anwendung zu bringen ist, wenn die innerstaatliche Gesetzgebung keine betreffende Regelung enthält, ohne Rücksicht darauf, ob es sich um den Schiedshof, den Kassationshof oder den Staatsrat, oder aber um die Appellationshöfe oder Gerichte handelt, und zwar bei sonstiger Verletzung des rechtmässigen Vertrauens, welches der Bürger den Institutionen entgegenbringt bzw. entgegenbringen soll ».
Er wordt afgeleid uit het arrest van het Europees Hof Pressos I t/ België van 20 november 1995 dat « men toepassing dient te maken van het [Europees] Verdrag voor de Rechten van de Mens, zelfs indien de interne wetgeving hierover zwijgt, of het nu gaat om het Arbitragehof, het Hof van Cassatie, de Raad van State, de hoven van beroep of de rechtbanken, en dit op straffe van schending van het gewettigd vertrouwen dat de burger heeft en dient te hebben in de instellingen ».