2.1.2. Ränder von Befestigungslöchern und Vertiefungen mit einem Durchmesser oder einer größten Diagonalen von weniger als 12 mm müssen die Anforderungen von Nummer 2.1.1 für den Abrundungsradius nicht erfuellen, wenn ihre Kanten gebrochen sind.
2.1.2. Randen van bevestigingsgaten of uitsparingen met een diameter of grootste diagonaal van minder dan 12 mm behoeven niet aan de eisen van punt 2.1.1 te voldoen op voorwaarde dat zij afgerond zijn.