(1) Mitgliedstaaten, die nicht als verseucht angesehen werden, aber auch nicht für frei von einer oder mehreren der nicht exotischen Krankheiten im Sinne von Anhang III Teil II erklärt wurden, erstellen zur Erlangung des Seuchenfreiheitsstatus ein Bekämpfungsprogramm und legen dieses nach dem Verfahren von Artikel 62 Absatz 2 zur Genehmigung vor.
1. Als een lidstaat waarvan nog niet bekend is of deze besmet is, maar die niet vrij verklaard is van een of meer van de in deel II van bijlage III vermelde niet-exotische ziekten, een bestrijdingsprogramma opstelt om de ziektevrije status voor een of meer van deze ziekten te verkrijgen, dient hij dat programma ter goedkeuring overeenkomstig de in artikel 62, lid 2 , bedoelde procedure in.