Vertaling van "verringerung ihrer ökologischen " (Duits → Nederlands) :

Zur Bewältigung der Umweltanliegen im Zusammenhang mit der Nutzung natürlicher Ressourcen (z. B. Rohstoffe und Land) wird die Strategie Maßnahmen zur Beobachtung und Verfolgung der Nutzung der natürlichen Ressourcen während ihres gesamten Lebenszyklus – „von der Wiege bis zur Bahre“ – einführen und die zur Verringerung ihrer ökologischen Auswirkungen erforderlichen Maßnahmen entwickeln.
Om een antwoord te bieden op de bezorgdheid die is ontstaan over de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen (bijv. grondstoffen en ruimte) zullen middels de strategie acties worden opgezet om het gebruik van natuurlijke hulpbronnen gedurende de hele levenscyclus van de toepassingen ervan – “van wieg tot graf” – in kaart te brengen en te bewaken, en zullen de acties worden ondernomen die nodig zijn om de milieueffecten van dat gebruik te verminderen.

Obwohl sich die Bilanz der Wirtschaft hinsichtlich der Verringerung ihrer ökologischen und sozialen Auswirkungen allmählich verbessert, verfügt der Privatsektor noch über enormes Potenzial, seinen Beitrag zur Armutsbeseitigung und zur nachhaltigen Entwicklung zu erhöhen.
Hoewel bedrijven er steeds beter in slagen hun milieueffecten en maatschappelijke impact te beperken, is er nog een enorm potentieel voor de particuliere sector om meer te doen voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling.

weist darauf hin, dass sich die NAFSN verpflichtet hat, ein inklusives Wachstum auf der Grundlage der Landwirtschaft zu fördern, und dass in diesem Zusammenhang die kleinbäuerliche Landwirtschaft unterstützt und ein Beitrag zur Verringerung von Armut, Hunger und Unterernährung geleistet werden soll; fordert zu diesem Zweck, dass die NAFSN den Einsatz von Kunstdüngern und Pestiziden aufgrund ihrer ökologischen und gesundheitlichen Auswirkungen auf die Gemeinschaften vor Ort — beispielsweise in Bezug auf den Verlust an biologischer Vielfalt und Bodenerosion — so weit wie möglich einschränkt.
wijst erop dat dat de NAFSN zich ertoe heeft verbonden inclusieve, op de landbouw gebaseerde groei te bevorderen, die kleinschalige landbouw ondersteunt en armoede, honger en ondervoeding helpt bestrijden; beklemtoont dat de NAFSN het gebruik van chemische meststoffen en hybridezaad zoveel mogelijk moet beperken, gezien de gezondheids- en milieugevolgen ervan voor de plaatselijke gemeenschappen, zoals verlies aan biodiversiteit en bodemerosie.

86. hebt hervor, dass das Risiko einer Wasserknappheit infolge des Klimawandels zugenommen hat; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, dafür zu sorgen, dass auf der Konferenz der Vertragsparteien der Klimarahmenkonvention der Vereinten Nationen (COP 21) unter anderem über einen strategischen Plan zur Bewirtschaftung der Wasserressourcen sowie über langfristige Anpassungspläne gesprochen wird, damit ein klimaresistentes Konzept im Bereich der Wasserbewirtschaftung in das künftige Weltklimaübereinkommen aufgenommen werden kann; weist mit Nachdruck darauf hin, dass eine klimaresistente Infrastruktur im Bereich der Wasserbewirtschaftung für die Entwicklung und für die Verringerung der Armut äußerst wichtig ist; bekräftigt, dass Fortschritte bei den Zielen zur Verringerung der Armut, den Millenniums-Entwicklungszielen und einer nachhaltigen Entwicklung in ihrer ganzen wirtschaftlichen, sozialen und ökologischen Dimension gefährdet werden könnten, wenn keine anhaltenden Anstrengungen zur Eindämmung der Auswirkungen des Klimawandels unternommen werden und die Bewirtschaftung der Wasserressourcen nicht verbessert wird;
86. onderstreept het toenemende risico van waterschaarste vanwege klimaatverandering; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om het strategische beheer van watervoorraden en aanpassingsplannen voor de lange termijn op te nemen in de thema's van de COP21, teneinde een klimaatbestendige wateraanpak te verzekeren in de toekomstige mondiale klimaatovereenkomst; benadrukt dat klimaatbestendige waterinfrastructuur van essentieel belang is voor ontwikkeling en voor het terugdringen van de armoede; wijst er nogmaals op dat de vorderingen met betrekking tot de streefdoelen voor armoedebestrijding, de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en duurzame ontwikkeling in al haar economische, sociale en milieudimensies in het gedrang kunnen komen, tenzij er ononderbroken wordt voortgewerkt om de gevolgen van klimaatverandering te beperken en de watervoorraden beter te beheren;

85. hebt hervor, dass das Risiko einer Wasserknappheit infolge des Klimawandels zugenommen hat; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, dafür zu sorgen, dass auf der Konferenz der Vertragsparteien der Klimarahmenkonvention der Vereinten Nationen (COP 21) unter anderem über einen strategischen Plan zur Bewirtschaftung der Wasserressourcen sowie über langfristige Anpassungspläne gesprochen wird, damit ein klimaresistentes Konzept im Bereich der Wasserbewirtschaftung in das künftige Weltklimaübereinkommen aufgenommen werden kann; weist mit Nachdruck darauf hin, dass eine klimaresistente Infrastruktur im Bereich der Wasserbewirtschaftung für die Entwicklung und für die Verringerung der Armut äußerst wichtig ist; bekräftigt, dass Fortschritte bei den Zielen zur Verringerung der Armut, den Millenniums-Entwicklungszielen und einer nachhaltigen Entwicklung in ihrer ganzen wirtschaftlichen, sozialen und ökologischen Dimension gefährdet werden könnten, wenn keine anhaltenden Anstrengungen zur Eindämmung der Auswirkungen des Klimawandels unternommen werden und die Bewirtschaftung der Wasserressourcen nicht verbessert wird;
85. onderstreept het toenemende risico van waterschaarste vanwege klimaatverandering; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om het strategische beheer van watervoorraden en aanpassingsplannen voor de lange termijn op te nemen in de thema's van de COP21, teneinde een klimaatbestendige wateraanpak te verzekeren in de toekomstige mondiale klimaatovereenkomst; benadrukt dat klimaatbestendige waterinfrastructuur van essentieel belang is voor ontwikkeling en voor het terugdringen van de armoede; wijst er nogmaals op dat de vorderingen met betrekking tot de streefdoelen voor armoedebestrijding, de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en duurzame ontwikkeling in al haar economische, sociale en milieudimensies in het gedrang kunnen komen, tenzij er ononderbroken wordt voortgewerkt om de gevolgen van klimaatverandering te beperken en de watervoorraden beter te beheren;

51. fordert die Kommission auf, für Kohärenz zwischen der Entwicklungspolitik und der Rohstoffinitiative zu sorgen, wobei die EU-Rohstoffpolitik in vollem Umfang auf der Nachhaltigkeit des Wirtschaftswachstums in den Entwicklungsländern Rechnung tragen und mit dem übergeordneten Ziel der Beseitigung der Armut, wie in Artikel 208 AEUV verankert, im Einklang stehen sollte; betont, dass die dezidierte Unterstützung der wirtschaftlichen, sozialen und ökologischen Entwicklung von rohstoffreichen Ländern zum Aufbau solider und demokratischer Institutionen beitragen kann, was sowohl den Ausfuhr- als auch den Einfuhrländern zugute kommt; fordert deshalb, Menschenrechts- und Demokratisierungsklauseln in künftige Übereinkommen mit Rohstoffe ausführenden Partnerländern aufzunehmen; ist der Ansicht, dass die EU die Entwicklungsländer auch im Hinblick auf die Diversifizierung ihrer Volkswirtschaften, die Verringerung ihrer Abhängigkeit von Rohstoffausfuhren und die Steigerung des Wertes ihrer Erzeugnisse durch einheimische Herstellung und Verarbeitung unterstützen sollte; fordert die Kommission auf, bei der Ausarbeitung der neuen Instrumente für auswärtiges Handeln für die Zeit nach 2013 Maßnahmen zur Förderung einer verantwortungsvollen Staatsführung und eines nachhaltigen Bergbaus in die Programme für die demokratische und wirtschaftliche Stabilität fragiler Staaten, die Rohstofflieferanten sind, aufzunehmen;
51. verzoekt de Commissie voor samenhang te zorgen tussen ontwikkelingsbeleid en het grondstoffeninitiatief, waarbij het EU-grondstoffenbeleid ten volle rekening moet houden met duurzame economische groei in de ontwikkelingslanden en moet stroken met de overkoepelende doelstelling van het uitroeien van armoede, zoals vastgelegd in artikel 208 VWEU; onderstreept dat via krachtige steun voor de economische, maatschappelijke en milieutechnische ontwikkeling van grondstoffenrijke landen zou kunnen worden bijgedragen tot het opzetten van stevige en democratische instellingen, hetgeen zowel de exporterende, als de importerende landen ten goede zal komen; dringt er daarom op aan dat er een mensenrechten- en democratieclausule wordt opgenomen in de toekomstige overeenkomsten met partnerlanden die grondstoffen exporteren; is van mening dat de EU ontwikkelingslanden eveneens moet helpen bij het diversifiëren van hun economieën, vermindering van hun afhankelijkheid van de uitvoer van grondstoffen en vergroting van de waarde van hun producten door binnenlandse productie en verwerking; roept de Commissie op bij de voorbereiding van de nieuwe instrumenten voor extern beleid voor de periode na 2013 in de programma's voor de democratische en economische stabiliteit van kwetsbare staten die grondstoffen exporteren maatregelen te voorzien ter ondersteuning van goed beheer en duurzame exploitatie;

5. betont, dass dringend Maßnahmen zur Bekämpfung des Klimawandels ergriffen werden müssen, um den Anstieg der Temperatur auf 2°C im Vergleich zum vorindustriellen Niveau zu begrenzen; ist der Ansicht, dass das gegenwärtig angestrebte Ziel einer Verringerung von 20 % bis 2020 nicht mit dem allgemeinen Ziel vereinbar ist, und erwartet einen Vorschlag, wonach die angestrebte Verringerung möglichst bald auf mindestens 30 % heraufgesetzt wird; fordert die Kommission daher nachdrücklich auf, spezielle Maßnahmen zu entwickeln, um den Übergang zu einer ökologischen Wirtschaft sicherzustellen, insbesondere hinsichtlich der Umschulung von Arbeitnehmern für „grüne“ Arbeitsplätze, der Unterstützung der europäischen Industrie im Kontext der globalen Märkte während ihrer Ökologisierung sowie hinsichtlich der Schaffung von Anreizen für den Privatsektor, in Technologien mit niedrigen CO2-Emissionen zu investieren, um Innovationen und die Schaffung neuer Arbeitsplätze zu fördern;
5. benadrukt dat klimaatverandering dringend moet worden aangepakt om de opwarming beperkt te houden tot 2°C ten opzichte van het niveau vóór de industrialisering; is van mening dat het thans geldende streefcijfer van 20% vermindering voor het jaar 2020 niet strookt met het algehele doel, en ziet graag het voorstel tegemoet om zo spoedig mogelijk een streefcijfer van 30% vermindering in te voeren; moedigt de Commissie daarom aan specifieke beleidsmaatregelen te ontwikkelen om de overgang naar een groene economie te verzekeren, voornamelijk op het gebied van de herscholing van werknemers voor een groene baan en ondersteuning bij de vergroening van de Europese industrie in het kader van de wereldmarkt, evenals de aanmoediging van het bedrijfsleven om te investeren in technologieën met verminderde kooldioxide-uitstoot waardoor innovatie en nieuwe arbeidsplaatsen worden bevorderd;