Die präjudizielle Frage betrifft die Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie für eine bestimmte Kategorie von Verwaltungsratsmitgliedern eine vor der gewöhnlichen Haftungsregelung abweichende persönliche und gesamtschuldnerische Haftung einführe aufgrund des Umstandes, dass sie im Laufe des Zeitraums von fünf Jahren vor Verkündung des Konkurses bereits in mindestens zwei Konkursen, Liquidationen oder gleichartigen Verrichtungen verwickelt gewesen seien, die zu Schulden bei einer Einrichtung zur Einziehung von Sozialbeiträgen geführt hätten.
De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij voor een bepaalde categorie van bestuurders een van de gewone aansprakelijkheidsregeling afwijkende persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid invoe
rt op grond van het gegeven dat zij in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring reeds betrokken zijn geweest bij minstens tw
ee faillissementen, vereffeningen of soortgelijke operaties die resulteerden in schulden
...[+++] tegenover een instelling die socialezekerheidsbijdragen int.