1. Beihilfen für Investitionen in materielle oder immaterielle Vermögenswerte in landwirtschaftlichen Betrieben im Zusammenhang mit der landwirtschaftlichen Primärproduktion sind im Sinne von Artikel 107 Absatz 3 Buchstabe c AEUV mit dem Binnenmarkt vereinbar und von der Anmeldepflicht gemäß Artikel 108 Absatz 3 AEUV freigestellt, sofern die in den Absätzen 2 bis 14 des vorliegenden Artikels und in Kapitel I festgelegten Voraussetzungen erfüllt sind.
1. Steun voor met de primaire landbouwproductie verband houdende investeringen in materiële activa of immateriële activa op landbouwbedrijven is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, onder (c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag als hij voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de leden 2 tot en met 14 van dit artikel en in hoofdstuk I.