Hauptelemente des Übereinkommens sind: Verbesserung interinstitutioneller Koordinierung und Transparenz; Einrichtung eines soliden Rahmens für die „alternative Handlungsformen“; vermehrter Gebrauch von Beurteilungen über den Einfluss auf den gemeinschaftlichen Entscheidungsprozess; die Bereitschaft, für die Umsetzung von Richtlinien in nationales Recht begrenzende Fristen zu setzen (siehe ABl. C 321 vom 31.12.2003 und das Corrigendum, ABl. C 4 vom 08.01.2004 ).
De belangrijkste aspecten zijn het verbeteren van de coördinatie en transparantie tussen de instellingen, het vaststellen van een stabiel kader voor “alternatieve reguleringsmechanismen”, meer gebruik maken van effectbeoordelingen bij het communautaire besluitvormingsproces, en verder de bereidheid om termijnen te bepalen voor de omzetting van richtlijnen in nationaal recht (zie PB C 321 van 31 december 2003 en de rectificatie in PB C 4 van 8 januari 2004).
