Aufgrund von Artikel 3 Absatz 1 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 kann das Korrektionalgericht, an das ein Verbrechen unter Annahme von mildernden Umständen verwiesen wurde, sich bezüglich dieser mildernden Umstände nicht für unzuständig erklären, wenn die Verweisung durch die Ratskammer oder durch die Anklagekammer beschlossen wird.
Krachtens artikel 3, eerste lid, van de wet van 4 oktober 1867 kan de correctionele rechtbank waarnaar een misdaad is verwezen met aanname van verzachtende omstandigheden, zich niet onbevoegd verklaren ten aanzien van die verzachtende omstandigheden indien de verwijzing is uitgesproken door de raadkamer of door de kamer van inbeschuldigingstelling.