„(1) D
ie Annahme oder das Verlangen von Gütern oder anderen Vorteilen
oder die Annahme von Versprechen
oder Geschenken, direkt
oder indirekt, für sich selbst oder einen anderen, durch eine Person, die Einfluss auf einen Amtsträger hat,
oder diesen zu haben vorgibt, um diesen zu veranlassen, eine bestimmte Tätigkeit vorzunehmen
oder zu unterlassen, die Teil der Dienstpflichten des Amtsträgers ist, wird mit Freih
...[+++]eitsstrafe von zwei Jahren bis zu zehn Jahren bestraft.“
"(1) Hij die voldoende invloed heeft op een ambtenaar, of voorwendt die te hebben, om hem ertoe te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten, en daarvoor ten behoeve van hemzelf of van een derde, direct of indirect, goederen of andere voordelen vraagt of aanneemt, of beloften of giften aanneemt, wordt bestraft met gevangenisstraf van twee tot tien jaar".