Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
« Verstösst Artikel 57 § 2 des
ÖSHZ-

Vertaling van "verkündeten urteil darstellt " (Duits → Nederlands) :

1. « Verstösst Artikel 20 § 3 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 149 und mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem diese Bestimmung vorsieht, dass der Erste Präsident, der Präsident, der Kammerpräsident oder der Staatsrat mit wenigstens drei Jahren Dienstgradalter, der von dem für die Verwaltungsstreitsachenabteilung zuständigen Korpschef bestimmt wird, ohne Sitzung und ohne Anhörung der Parteien über die Zulässigkeit der Kassationsbeschwerde entscheidet, während Artikel 149 der Verfassung dadurch, dass er bestimmt, dass das Urteil in öffentlicher Sit ...[+++]

1. « Schendt artikel 20, § 3, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 149 ervan en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepaling stelt dat de eerste voorzitter, de voorzitter, de kamervoorzitter of de staatsraad die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft en die daartoe is aangewezen door de korpschef die de afdeling bestuursrechtspraak onder zijn verantwoordelijkheid heeft, uitspraak doet over de toelaatbaarheid van het cassatieberoep zonder terechtzitting en zonder dat de partijen worden gehoord, terwijl, ...[+++]


1. « Verstösst Artikel 20 § 3 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen Artikel 149 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem diese Bestimmung vorsieht, dass der Erste Präsident, der Präsident, der Kammerpräsident oder der Staatsrat mit wenigstens drei Jahren Dienstgradalter, der von dem für die Verwaltungsstreitsachenabteilung zuständigen Korpschef bestimmt wird, ohne Sitzung und ohne Anhörung der Parteien über die Zulässigkeit der Kassationsbeschwerde entscheidet, während Artikel 149 der Verfassung dadurch, dass er bestimmt, dass das Urteil in öffentlicher Sitzung verkündet wir ...[+++]

1. « Schendt artikel 20, § 3, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State artikel 149 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepaling stelt dat de eerste voorzitter, de voorzitter, de kamervoorzitter of de staatsraad die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft en die daartoe is aangewezen door de korpschef die de afdeling bestuursrechtspraak onder zijn verantwoordelijkheid heeft, uitspraak doet over de toelaatbaarheid van het cassatieberoep zonder terechtzitting en zonder dat de partijen worden gehoord, terwijl, in zoverre artikel 149 van de Gron ...[+++]


1. « Verstösst Artikel 20 § 3 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 149 und mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem diese Bestimmung vorsieht, dass der Erste Präsident, der Präsident, der Kammerpräsident oder der Staatsrat mit wenigstens drei Jahren Dienstgradalter, der von dem für die Verwaltungsstreitsachenabteilung zuständigen Korpschef bestimmt wird, ohne Sitzung und ohne Anhörung der Parteien über die Zulässigkeit der Kassationsbeschwerde entscheidet, und demzufolge ohne rechtmässige Grundlage einen Behandlungsunterschied zwischen Rechtsuchenden herbeiführt, je nachdem, ob diese eine verwaltungsrechtliche Kassationsbeschwerde beim S ...[+++]

1. « Schendt artikel 20, § 3, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 149 ervan en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepaling stelt dat de eerste voorzitter, de voorzitter, de kamervoorzitter of de staatsraad die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft en die daartoe is aangewezen door de korpschef die de afdeling bestuursrechtspraak onder zijn verantwoordelijkheid heeft, uitspraak doet over de toelaatbaarheid van het cassatieberoep zonder terechtzitting en zonder dat de partijen worden gehoord, en daard ...[+++]


« Verstösst Artikel 57 § 2 des [ÖSHZ-] Gesetzes vom 8. Juli 1976, so wie er sich nach dem am 22. April 1998 vom Schiedshof verkündeten Urteil darstellt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, soweit er ohne vernünftige und erkennbare Rechtfertigung Personen, die sich in grundverschiedenen Situationen befinden, gleich behandelt, und zwar diejenigen, die vom Staatsgebiet entfernt werden dürfen, weil sie nicht die Regularisierung ihres Aufenthalts beantragt haben, und diejenigen, die aufgrund einer zwingenden Gesetzesbestimmung, und zwar Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999, nicht vom Staatsgebiet entfernt werden dürfen?

« Schendt artikel 57, § 2, van de [organieke] wet van 8 juli 1976 [betreffende de openbare centra voor maatschappelijke welzijn], in de bewoordingen zoals na het arrest gewezen door het Arbitragehof op 22 april 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het zonder duidelijke redelijke verantwoording personen die zich in fundamenteel verschillende situaties bevinden op dezelfde wijze behandelt, namelijk zij die van het nationale grondgebied kunnen worden verwijderd, omdat ze de regularisatie van hun verblijf niet hebben aangevraagd, en zij die niet kunnen worden verwijderd, met toepassing van een dwingende bepaling van de wet, ...[+++]


« Verstösst Artikel 57 § 2 des [ÖSHZ-] Gesetzes vom 8. Juli 1976, so wie er sich nach dem am 22. April 1998 vom Schiedshof verkündeten Urteil darstellt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, soweit er ohne vernünftige und erkennbare Rechtfertigung Personen, die sich in grundverschiedenen Situationen befinden, gleich behandelt, und zwar diejenigen, die vom Staatsgebiet entfernt werden dürfen, weil sie nicht die Regularisierung ihres Aufenthalts beantragt haben, und diejenigen, die aufgrund einer zwingenden Gesetzesbestimmung, und zwar Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999, nicht vom Staatsgebiet entfernt werden dürfen?

« Schendt artikel 57, § 2, van de [organieke] wet van 8 juli 1976 [betreffende de openbare centra voor maatschappelijke welzijn], in de bewoordingen zoals na het arrest gewezen door het Arbitragehof op 22 april 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het zonder duidelijke redelijke verantwoording personen die zich in fundamenteel verschillende situaties bevinden op dezelfde wijze behandelt, namelijk zij die van het nationale grondgebied kunnen worden verwijderd, omdat ze de regularisatie van hun verblijf niet hebben aangevraagd, en zij die niet kunnen worden verwijderd, met toepassing van een dwingende bepaling van de wet, ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verkündeten urteil darstellt' ->

Date index: 2023-02-26
w