Vertaling van "verkehrssektor einige " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Vertrag von Nizza | Vertrag von Nizza zur Änderung des Vertrags über die Europäische Union, der Verträge zur Gründung der Europäischen Gemeinschaften sowie einiger damit zusammenhängender Rechtsakte | Vertrag von Nizza zur Änderung des Vertrags über die Europäische Union, der Verträge zurGründung der Europäischen Gemeinschaften sowie einiger damit zusammenhängender Rechtsakte
Verdrag van Nice | Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten

Verkehrssektor
vervoersector

Ausschuss für die Durchführung der Richtlinie zur Förderung der Verwendung von Biokraftstoffen oder anderen erneuerbaren Kraftstoffen im Verkehrssektor
Comité voor de uitvoering van de richtlijn ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Im Gegensatz hierzu gelten gezielte differenzierte Steuern als wirksames Instrument zur Beeinflussung des Verbraucherverhaltens anerkannt. Aus diesem Grunde kann mit einiger Gewissheit davon ausgegangen werden, dass sie eine wirksame Möglichkeit zur Beschleunigung der Verbesserung der Umweltfreundlichkeit des Verkehrssektors sind und dabei sehr geringe beziehungsweise negative Kosten für die Gesellschaft nach sich ziehen..
Daartegenover staat dat goed gerichte gedifferentieerde belastingen beschouwd worden als een effectief instrument om het gedrag van de consument te beïnvloeden, en kan men er dan ook vol vertrouwen van verwachten dat zij een effectief middel zijn om tegen zeer lage of geen maatschappelijke kosten een verbeterde milieuprestatie te versnellen in de vervoerssector.

Was den Verkehrssektor anbelangt, hat das Programm Autoöl II einige wertvolle Resultate im Hinblick auf die Kostenwirksamkeit verschiedener technischer und nichttechnischer Maßnahmen gebracht.
Wat de vervoerssector betreft heeft Auto-Olie II een aantal nuttige resultaten opgeleverd wat betreft de kosteneffectiviteit van een reeks technische en niet-technische maatregelen.

weist darauf hin, dass das Ziel, bis 2020 den Anteil von Energie aus erneuerbaren Quellen im Verkehrswesen auf 10 % zu steigern, in einiger Ferne ist, was zum Teil den Problemen bei der Strategie für den Einsatz biokraftstoffbasierter erneuerbarer Energiequellen im Verkehr geschuldet ist; weist darauf hin, dass der Verkehr der einzige Bereich in der Union ist, in dem die Treibhausgasemissionen seit 1990 zugenommen haben; weist darauf hin, dass erneuerbare Energiequellen von grundlegender Bedeutung für eine nachhaltige Mobilität sind; fordert die Mitgliedstaaten auf, stärker auf die Umsetzung nachhaltiger Maßnahmen im Verkehrswesen hinzuwirken, z. B. die Verringerung der Nachfrage, die Verlagerung hin zu nachhaltigeren Verkehrsmitteln sowie zu mehr Effizienz und zur Elektrifizierung des Verkehrssektors; fordert die Kommission auf, einen Rahmen zu schaffen, mit dem der Einsatz elektrischer Fahrzeuge, die mit Strom aus erneuerbaren Energiequellen angetrieben werden, gefördert wird, und den Rechtsrahmen dahingehend zu verbessern, dass er Perspektiven für hochgradig treibhausgaseffiziente Biokraftstoffe eröffnet, wobei sie die indirekten Landnutzungsänderungen in der Zeit nach 2020 berücksichtigt.
merkt op dat we nog ver verwijderd zijn van het bereiken van de doelstelling van 10 % hernieuwbare energie in de vervoerssector tegen 2020, deels ten gevolge van de uitdagingen voor een op biobrandstoffen gebaseerde strategie voor de vervoerssector; wijst erop dat vervoer de enige sector in de EU is waar de emissies van broeikasgassen sinds 1990 zijn gestegen; herinnert eraan dat hernieuwbare energie essentieel is om tot duurzame mobiliteit te komen; verzoekt de lidstaten meer inspanningen te leveren om duurzame maatregelen in de vervoerssector te treffen, zoals vraagreductie, een verschuiving naar duurzamere vervoerswijzen, betere efficiëntie en de elektrificatie van de vervoerssector; verzoekt de Commissie een kader te ontwikkelen ter bevordering van het gebruik van elektrische voertuigen die worden geladen met hernieuwbare elektriciteit en het wetgevingskader te verbeteren om perspectief te bieden voor biobrandstoffen met een hoge broeikasgas-efficiëntie, waarbij rekening wordt gehouden met veranderingen in indirect grondgebruik (ILUC) in de periode na 2020.

30. ist sich darüber im Klaren, dass eine großangelegte Umstellung auf neue Technologien im Verkehrssektor einige Zeit in Anspruch nimmt und dass bei Maßnahmen im Rahmen dieses Prozesses die unterschiedliche Situation in den einzelnen Mitgliedstaaten berücksichtigt werden sollte; begrüßt jedoch für die Zwischenzeit Ökoinnovationen und fordert dazu auf, leichter erneuerbare Kraftstoffe einzusetzen, mit denen der CO2-Ausstoß verringert wird, auf Ko-Modalität zu setzen und das Konzept der Internalisierung der externen Kosten auf sämtliche Verkehrsträger auszudehnen; stellt fest, dass eine effiziente Nutzung fossiler Brennstoffe derzeit die einfachste Möglichkeit zur Senkung verkehrsbedingter Emissionen ist;
30. beseft dat een grootschalige overschakeling op nieuwe technologie in de vervoerssector tijd vraagt en dat de maatregelen die in dat kader worden ondernomen recht moeten doen aan de ongelijke situatie van de respectieve lidstaten, maar spoort daarnaast ook aan tot eco-innovatie en roept op tot het gebruik van gemakkelijker hernieuwbare brandstoffen die minder CO2 uitstoten, tot investeringen in comodaliteit en tot verruiming tot alle vormen van transport van de toepassing van het concept van internalisering van externe kosten; merkt op dat een rationeel gebruik van fossiele brandstoffen nog steeds de eenvoudigste manier is om de vervoersemissies terug te dringen;

7. betont, dass die CO₂-Bilanz des Verkehrssektors verbessert werden muss; stellt diesbezüglich fest, dass einige Biokraftstoffe den Erwartungen in Bezug auf die Verringerung der Treibhausgasemissionen nicht gerecht werden, zu einem Anstieg der Nahrungsmittelpreise beitragen können, da es durch sie zu einem Wettbewerb um die Landnutzung kommt, und für lokale und indigene Gemeinschaften in Entwicklungsländern eine Bedrohung darstellen können, was den Zugang zu lebenswichtigen Ressourcen, darunter auch Land und Wasser, angeht; vertritt die Auffassung, dass die öffentlichen Anreize für die Erzeugung von Biokraftstoffen auf Pflanzenbasis (beispielsweise das verbindliche Ziel der EU, im Verkehrssektor einen Anteil von 10 % an Energie aus erneuerbaren Quellen zu erreichen) verringert und bis spätestens 2020 abgeschafft werden müssen, damit das Recht auf Nahrung nicht beeinträchtigt wird; fordert insbesondere, dass wirksame Maßnahmen ergriffen werden, damit Biomasse, die der Energiegewinnung für die europäischen Märkte dient, keine negativen ökologischen und sozialen Folgen zeitigt;
7. benadrukt de noodzaak om de koolstofvoetafdruk van de vervoerssector te verminderen; wijst er in dit verband op dat enkele biobrandstoffen niet voldoen aan de verwachtingen ten aanzien van de reductie van broeikasgasemissies, terwijl ze kunnen bijdragen aan de stijging van de voedselprijzen wegens de concurrentie om grond en een bedreiging kunnen vormen voor de toegang tot vitale hulpbronnen, met inbegrip van land en water, van lokale en inheemse gemeenschappen in ontwikkelingslanden; is van mening dat, om negatieve gevolgen voor het recht op voedsel te voorkomen, overheidsstimulansen voor de productie van biobrandstoffen uit gewassen (zoals het bindende streefdoel van 10 % voor hernieuwbare energie in het vervoer of subsidies) moeten worden verminderd en vóór 2020 moeten worden afgeschaft; dringt in het bijzonder aan op doeltreffende maatregelen om schadelijke sociale en milieueffecten van biomassa voor energieproductie voor Europese markten te voorkomen;

10. nimmt zur Kenntnis, dass einige der Regionen in der EU, in denen der Transportbedarf nicht gedeckt ist, noch Aufholbedarf haben und ein großes Wachstum im Verkehrssektor aufweisen werden, sobald ihre Infrastruktur ausgebaut ist und ihre Wirtschaft in Schwung kommt; vertritt aus diesem Grund die Auffassung, dass es ebenfalls wichtig ist, sich bei zukünftigen Maßnahmen auf die Beseitigung der signifikanten Unterschiede in der Infrastrukturentwicklung zwischen bestimmten europäischen Regionen/Ländern zu konzentrieren und diese Problematik auch im Rahmen der Abschätzung der Folgen darzustellen, insbesondere durch Maßnahmen der Regionalpolitik der EU; fordert die Kommission auf, die Finanzierungsinstrumente der EU im Rahmen einer umfassenden Finanzierungsstrategie zu mobilisieren, in der die Mittel der EU sowie öffentliche und private nationale Mittel gebündelt werden;
10. merkt op dat in diverse regio's van de EU nog niet aan de vervoersbehoeften is voldaan en dat deze regio's op transportgebied een grote inhaalslag zullen maken van zodra de infrastructuur is voltooid en de economie weer opleeft; acht het daarom ook van belang zich in de toekomst toe te leggen op het wegwerken van ongelijkheden inzake infrastructuurontwikkeling tussen de verschillende regio's en landen in Europa, zodat deze problematiek in het kader van sociale-effectbeoordelingen kan worden aangepakt; ook het regionaal beleid van de EU moet daarop worden afgestemd; roept de Commissie ertoe op EU-financieringsinstrumenten in te zetten in het kader van een integrale financieringsstrategie waarin zowel EU-fondsen als publieke en particuliere nationale fondsen worden samengevoegd;

23. nimmt die Entwicklung zur Kenntnis, die seit den neunziger Jahren des letzten Jahrhunderts bei den institutionalisierten öffentlich-privaten Partnerschaften (ÖPP) in der Union zu verzeichnen ist, unter anderem im Verkehrssektor, im Bereich der öffentlichen Gebäude und der Ausrüstung sowie auf dem Gebiet der Umwelt; weist darauf hin, dass es sich um Formen der Zusammenarbeit zwischen öffentlichen Stellen und dem privaten Sektor und ein zusätzliches Instrument für die Bereitstellung von Infrastrukturen und die Erbringung von strategischen öffentlichen Diensten handelt; ist jedoch besorgt über einige grundlegende Probleme der ÖPP und besteht darauf, dass bei der Konzeption künftiger ÖPP die gewonnenen Erfahrungen berücksichtigt und die Schwachstellen der Vergangenheiten behoben werden;
23. wijst op de opkomst sinds de jaren '90 van geïnstitutionaliseerde publiek-private partnerschappen (PPP's) in de Unie, onder meer in de vervoerssector en op het gebied van openbare gebouwen en installaties en het milieu, als vormen van samenwerking tussen overheden en de particuliere sector en als extra middel ter verwezenlijking van infrastructuur en strategische openbare diensten; maakt zich echter zorgen over enkele problemen die PPP's hebben ondervonden en dringt erop aan dat bij het opzetten van nieuwe PPP's lering wordt getrokken uit de ervaringen en dat de tekortkomingen van het verleden worden gecorrigeerd;

24. nimmt die Entwicklung zur Kenntnis, die seit den neunziger Jahren des letzten Jahrhunderts bei den institutionalisierten öffentlich-privaten Partnerschaften (ÖPP) in der Union zu verzeichnen ist, unter anderem im Verkehrssektor, im Bereich der öffentlichen Gebäude und der Ausrüstung sowie auf dem Gebiet der Umwelt; weist darauf hin, dass es sich um Formen der Zusammenarbeit zwischen öffentlichen Stellen und dem privaten Sektor und ein zusätzliches Instrument für die Bereitstellung von Infrastrukturen und die Erbringung von strategischen öffentlichen Diensten handelt; ist jedoch besorgt über einige grundlegende Probleme der ÖPP und besteht darauf, dass bei der Konzeption künftiger ÖPP die gewonnenen Erfahrungen berücksichtigt und die Schwachstellen der Vergangenheiten behoben werden;
24. wijst op de opkomst sinds de jaren „90 van geïnstitutionaliseerde publiek-private partnerschappen (PPP's) in de Unie, onder meer in de vervoerssector en op het gebied van openbare gebouwen en installaties en het milieu, als vormen van samenwerking tussen overheden en de particuliere sector en als extra middel ter verwezenlijking van infrastructuur en strategische openbare diensten; maakt zich echter zorgen over enkele problemen die PPP's hebben ondervonden en dringt erop aan dat bij het opzetten van nieuwe PPP's lering wordt getrokken uit de ervaringen en dat de tekortkomingen van het verleden worden gecorrigeerd;

Die Wettbewerbsregelung auf dem Verkehrssektor sollte auch für die gemeinsame Finanzierung oder Anschaffung von Transportmaterial zur gemeinsamen Verwendung durch bestimmte Unternehmensgemeinschaften sowie für einige mit dem Eisenbahn-, Straßen- und Binnenschiffsverkehr verbundene Tätigkeiten des Verkehrshilfsgewerbes gelten.
De mededingingsregeling voor het vervoer dient daarbij de gemeenschappelijke financiering of verwerving van materieel en benodigdheden voor het vervoer voor de gemeenschappelijke exploitatie van bepaalde groepen ondernemingen, alsmede bepaalde werkzaamheden van tussenpersonen voor het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, in dezelfde mate te betrekken.

Einige Beiträge befassen sich insbesondere mit dem Verkehrssektor.
In een aantal bijdragen wordt met name aandacht besteed aan de vervoerssector.