(3) Die Mitgliedstaaten können entscheiden, dass ein nach Absatz 1 benannter Verkehrsleiter keine zusätzliche Zulassung im Sinne von Absatz 2 oder lediglich eine Zulassung für eine geringere Zahl von Unternehmen oder für eine kleinere Fahrzeugflotte als gemäß Absatz 2 Buchstabe c erhalten darf.
3. De lidstaten kunnen besluiten dat een overeenkomstig lid 1 aangewezen vervoersmanager niet daarenboven overeenkomstig lid 2 aangewezen wordt, of alleen aangewezen wordt met betrekking tot een beperkt aantal ondernemingen of een wagenpark dat kleiner is dan het in lid 2, onder c), bedoelde wagenpark.