11. betont, dass hinsichtlich der Zusammensetzung des Konvents das Gleichgewicht gewährleistet werden sollte, wie es für die Vorbereitung der Charta der Grundrechte hergestellt wurde, und zwar mit angemessener Vertretung der vier Mitglieder, da durch die Beteiligung der Parlamente und der Regierungen der Beitrittsländer die Zahl der Mitglieder des Europäischen Parlaments (16) nicht mehr verhältnismäßig wäre;
11. wijst erop dat het evenwicht in de samenstelling van de Conventie dat tot stand was gebracht ten behoeve van de opstelling van het Handvest van grondrechten moet worden gewaarborgd, met voldoende vertegenwoordiging van de vier componenten, nu tengevolge van de deelneming van de parlementen en de regeringen van de lidstaten het aantal leden van het Europees Parlement (16) niet langer evenredig is;