Vertaling van "verhindert wird weist " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

therapeutischer Eingriff,durch den das Auftreten der Krankheit verhindert wird
therapeutisch ingrijpen ter voorkoming van ziekteverschijnselen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

14. bedauert, dass durch das auf staatlichen Beihilfen basierende System zum Ausgleich indirekter Kosten eine neue Art von Wettbewerbsverzerrungen zwischen den stromintensiven Herstellern am EU-Binnenmarkt, von denen einige staatliche Beihilfen erhalten, entstanden ist; fordert nachdrücklich, dass dieser Ausgleich vereinheitlicht und gegebenenfalls auf EU-Ebene gewährt wird, damit im Wettbewerb mit internationalen Mitbewerbern sowie zwischen EU-Herstellern gleiche Ausgangsbedingungen herrschen und die Verlagerung von CO2 -Emissionen wirksam verhindert wird; weist darauf hin, dass dies vor allem für die sechs Nichteisenmetalle gilt, die zu Preisen gehandelt werden, die von Angebot und Nachfrage auf dem Weltmarkt abhängen und zumeist an der Londoner Börse festgelegt werden; weist darauf hin, dass die Hersteller unedler Metalle die Preise demnach hinnehmen müssen und steigende Kosten nicht an ihre Kunden weitergeben können; gelangt zu dem Schluss, dass der Ausgleich für indirekte Emissionen unbedingt beibehalten werden muss; weist auf den Beschluss über die Einrichtung und Anwendung einer Marktstabilitätsreserve hin, wonach „das Ziel in der Schaffung gleicher Wettbewerbsbedingungen besteht“, weshalb „im Zuge dieser Überprüfung auch harmonisierte Vereinbarungen in Erwägung gezogen werden, mit denen ein Ausgleich für auf EU-Ebene entstehende indirekte Kosten geschaffen wird“ ; verweist diesbezüglich auf die Verordnung (EG) Nr. 1/2003 des Rates zur Durchführung der in den Artikeln 81 und 82 des Vertrags niedergelegten Wettbewerbsregeln sowie auf die Artikel 107 und 108 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, in denen staatliche Beihilfen geregelt werden; fordert die Kommission auf zu prüfen, wie sich die verschiedenen Energieförderprogramme auf die Endkundenenergiepreise auswirken, die sich in bestimmten Mitgliedstaaten direkt auf die Wettbewerbsfähigkeit energieintensiver Wirtschaftszweige auswirken;
14. betreurt dat uit de op staatssteun gebaseerde regeling voor compensatie van de onrechtstreekse kosten een nieuwe bron van oneerlijke concurrentie op de Europese interne markt is ontstaan tussen de producenten uit de elektriciteitsintensieve sectoren, waarvan sommigen financiële steun van hun overheid ontvangen; hamert erop dat deze compensatie op Europees niveau moet worden geharmoniseerd en, in voorkomend geval, uitgevoerd, teneinde te zorgen voor een gelijk speelveld met de mondiale concurrenten en tussen Europese producenten, en doeltreffende bescherming te bieden tegen koolstoflekkage; wijst erop dat dit met name geldt voor de zes niet-ferrometalen die verhandeld worden tegen prijzen die via vraag en aanbod op de wereldmarkten, in het bijzonder de London Metal Exchange, tot stand komen; realiseert zich in dit verband dat de producenten van basismetalen 'prijsnemers' zijn, die hogere kosten niet aan hun klanten kunnen doorberekenen; concludeert dat de compensaties voor indirecte emissies moeten worden gehandhaafd; verwijst naar de overeenkomst betreffende de instelling en werking van een marktstabiliteitsreserve, waarin staat: "Rekening houdend met het doel van een gelijk speelveld moet bij die evaluatie ook een geharmoniseerde regeling worden overwogen om indirecte kosten op het niveau van de Unie te compenseren" ; verwijst in verband hiermee naar Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag , alsmede aan de artikelen 107 en 108 van het VWEU; verzoekt de Commissie te onderzoeken wat de gevolgen van de verschillende steunregelingen voor energie zijn op de detailhandelsprijs van energie, waarvan een indirecte invloed op het concurrentievermogen van energie-intensieve industrieën in de afzonderlijke lidstaten uitgaat;

17. bedauert, dass durch das auf staatlichen Beihilfen basierende System zum Ausgleich indirekter Kosten eine neue Art von Wettbewerbsverzerrungen zwischen den stromintensiven Herstellern am EU-Binnenmarkt, von denen einige staatliche Beihilfen erhalten, entstanden ist; fordert nachdrücklich, dass dieser Ausgleich vereinheitlicht und gegebenenfalls auf EU-Ebene gewährt wird, damit im Wettbewerb mit internationalen Mitbewerbern sowie zwischen EU-Herstellern gleiche Ausgangsbedingungen herrschen und die Verlagerung von CO2-Emissionen wirksam verhindert wird; weist darauf hin, dass dies vor allem für die sechs Nichteisenmetalle gilt, die zu Preisen gehandelt werden, die von Angebot und Nachfrage auf dem Weltmarkt abhängen und zumeist an der Londoner Börse festgelegt werden; weist darauf hin, dass die Hersteller unedler Metalle die Preise demnach hinnehmen müssen und steigende Kosten nicht an ihre Kunden weitergeben können; gelangt zu dem Schluss, dass der Ausgleich für indirekte Emissionen unbedingt beibehalten werden muss; weist auf den Beschluss über die Einrichtung und Anwendung einer Marktstabilitätsreserve (2014/0011/COD) hin, wonach „das Ziel in der Schaffung gleicher Wettbewerbsbedingungen besteht“, weshalb „im Zuge dieser Überprüfung auch harmonisierte Vereinbarungen in Erwägung gezogen werden, mit denen ein Ausgleich für auf EU-Ebene entstehende indirekte Kosten geschaffen wird“; verweist diesbezüglich auf die Verordnung (EG) Nr. 1/2003 des Rates zur Durchführung der in den Artikeln 81 und 82 des Vertrags niedergelegten Wettbewerbsregeln sowie auf die Artikel 107 und 108 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, in denen staatliche Beihilfen geregelt werden; fordert die Kommission auf zu prüfen, wie sich die verschiedenen Energieförderprogramme auf die Endkundenenergiepreise auswirken, die sich in bestimmten Mitgliedstaaten direkt auf die Wettbewerbsfähigkeit energieintensiver Wirtschaftszweige auswirken;
17. betreurt dat uit de op staatssteun gebaseerde regeling voor compensatie van de onrechtstreekse kosten een nieuwe bron van oneerlijke concurrentie op de Europese interne markt is ontstaan tussen de producenten uit de elektriciteitsintensieve sectoren, waarvan sommigen financiële steun van hun overheid ontvangen; hamert erop dat deze compensatie op Europees niveau moet worden geharmoniseerd en, in voorkomend geval, uitgevoerd, teneinde te zorgen voor een gelijk speelveld met de mondiale concurrenten en tussen Europese producenten, en doeltreffende bescherming te bieden tegen koolstoflekkage; wijst erop dat dit met name geldt voor de zes niet-ferrometalen die verhandeld worden tegen prijzen die via vraag en aanbod op de wereldmarkten, in het bijzonder de London Metal Exchange, tot stand komen; realiseert zich in dit verband dat de producenten van basismetalen 'prijsnemers' zijn, die hogere kosten niet aan hun klanten kunnen doorberekenen; concludeert dat de compensaties voor indirecte emissies moeten worden gehandhaafd; verwijst naar de overeenkomst betreffende de instelling en werking van een marktstabiliteitsreserve (2014/0011/COD), waarin staat: "Rekening houdend met het doel van een gelijk speelveld moet bij die evaluatie ook een geharmoniseerde regeling worden overwogen om indirecte kosten op het niveau van de Unie te compenseren"; verwijst in verband hiermee naar Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, alsmede aan de artikelen 107 en 108 van het VWEU; verzoekt de Commissie te onderzoeken wat de gevolgen van de verschillende steunregelingen voor energie zijn op de detailhandelsprijs van energie, waarvan een indirecte invloed op het concurrentievermogen van energie-intensieve industrieën in de afzonderlijke lidstaten uitgaat;

79. fordert, dass der Energiefahrplan EU-Russland auf den Grundsätzen der gegenseitigen Achtung und der Gegenseitigkeit beruhen und sich auf die Vorschriften stützen muss, die in der Welthandelsorganisation sowie gemäß dem Vertrag über die Energiecharta und dem dritten Energiepaket gelten; fordert die Kommission auf, die Binnenmarkt- und Wettbewerbsregeln der EU gegenüber allen im Gebiet der Union tätigen Unternehmen der Energiewirtschaft wirksam umzusetzen und durchzusetzen; begrüßt diesbezüglich die laufenden Ermittlungen gegen das Unternehmen Gasprom und seine europäischen Tochtergesellschaften wegen wettbewerbswidrigen Verhaltens und bedauert den politisch motivierten Erlass des Präsidenten der Russischen Föderation, durch den die Zusammenarbeit russischer Energieunternehmen mit den EU-Organen verhindert wird; weist nachdrücklich darauf hin, dass von allen Energieunternehmen erwartet wird, dass sie ohne Einschränkungen mit den Ermittlungsbehörden kooperieren, fordert die Kommission auf, eine angemessene Reaktion auf diesen Erlass vorzuschlagen und dafür zu sorgen, dass die Ermittlungen vonstattengehen können;
79. dringt erop aan dat de gezamenlijke energieroutekaart van de EU en Rusland wordt gebaseerd op de beginselen van wederzijds respect en wederkerigheid die verankerd zijn in de regels van de Wereldhandelsorganisatie, het Verdrag inzake het Energiehandvest en het derde energiepakket; verzoekt de Commissie de EU-regels betreffende de interne markt en mededinging effectief toe te passen op alle ondernemingen die op het EU-grondgebied in de energiesector werkzaam zijn; is in dit verband ingenomen met het recente onderzoek naar concurrentievervalsing door Gazprom en haar Europese dochterondernemingen en betreurt het politiek gemotiveerde besluit van de president van de Russische Federatie waardoor Russische energiebedrijven geen medewerking aan de EU-instellingen mogen verlenen; beklemtoont dat van iedere onderneming in de energiesector wordt verwacht dat zij onderzoeksinstanties volledige medewerking verleent; verzoekt de Commissie met een passende reactie op dit besluit te komen en ervoor te zorgen dat het onderzoek kan worden voortgezet;

78. fordert, dass der Energiefahrplan EU-Russland auf den Grundsätzen der gegenseitigen Achtung und der Gegenseitigkeit beruhen und sich auf die Vorschriften stützen muss, die in der Welthandelsorganisation sowie gemäß dem Vertrag über die Energiecharta und dem dritten Energiepaket gelten; fordert die Kommission auf, die Binnenmarkt- und Wettbewerbsregeln der EU gegenüber allen im Gebiet der Union tätigen Unternehmen der Energiewirtschaft wirksam umzusetzen und durchzusetzen; begrüßt diesbezüglich die laufenden Ermittlungen gegen das Unternehmen Gasprom und seine europäischen Tochtergesellschaften wegen wettbewerbswidrigen Verhaltens und bedauert den politisch motivierten Erlass des Präsidenten der Russischen Föderation, durch den die Zusammenarbeit russischer Energieunternehmen mit den EU-Organen verhindert wird; weist nachdrücklich darauf hin, dass von allen Energieunternehmen erwartet wird, dass sie ohne Einschränkungen mit den Ermittlungsbehörden kooperieren, fordert die Kommission auf, eine angemessene Reaktion auf diesen Erlass vorzuschlagen und dafür zu sorgen, dass die Ermittlungen vonstattengehen können;
78. dringt erop aan dat de gezamenlijke energieroutekaart van de EU en Rusland wordt gebaseerd op de beginselen van wederzijds respect en wederkerigheid die verankerd zijn in de regels van de Wereldhandelsorganisatie, het Verdrag inzake het Energiehandvest en het derde energiepakket; verzoekt de Commissie de EU-regels betreffende de interne markt en mededinging effectief toe te passen op alle ondernemingen die op het EU-grondgebied in de energiesector werkzaam zijn; is in dit verband ingenomen met het recente onderzoek naar concurrentievervalsing door Gazprom en haar Europese dochterondernemingen en betreurt het politiek gemotiveerde besluit van de president van de Russische Federatie waardoor Russische energiebedrijven geen medewerking aan de EU-instellingen mogen verlenen; beklemtoont dat van iedere onderneming in de energiesector wordt verwacht dat zij onderzoeksinstanties volledige medewerking verleent; verzoekt de Commissie met een passende reactie op dit besluit te komen en ervoor te zorgen dat het onderzoek kan worden voortgezet;

17. fordert, dass der Energiefahrplan EU-Russland auf den Grundsätzen der gegenseitigen Achtung und der Gegenseitigkeit beruhen und sich auf die Vorschriften stützen muss, die in der Welthandelsorganisation sowie gemäß dem Vertrag über die Energiecharta und dem dritten Energiepaket gelten; fordert die Kommission auf, die Binnenmarkt- und Wettbewerbsregeln der EU gegenüber allen im Gebiet der Union tätigen Unternehmen des Energiesektors wirksam umzusetzen und durchzusetzen; begrüßt diesbezüglich die jüngsten Ermittlungen wegen wettbewerbswidriger Verhaltensweisen bei Gazprom und europäischen Gazprom-Tochtergesellschaften, und bedauert den politisch motivierten Erlass des Präsidenten der Russischen Föderation, durch den eine Zusammenarbeit russischer Energieunternehmen mit EU-Organen verhindert wird; weist nachdrücklich darauf hin, dass von allen Unternehmen des Energiesektors erwartet wird, dass sie ohne Einschränkungen mit den Ermittlungsbehörden kooperieren; fordert die Kommission auf, eine angemessene Reaktion auf diesen Erlass vorzuschlagen und dafür zu sorgen, dass die Ermittlungen fortschreiten können;
17. dringt erop aan dat de gezamenlijke energieroutekaart van de EU en Rusland wordt gebaseerd op de beginselen van wederzijds respect en wederkerigheid die verankerd zijn in de regels van de Wereldhandelsorganisatie, het Verdrag inzake het Energiehandvest en het derde energiepakket; verzoekt de Commissie de EU-regels betreffende de interne markt en mededinging doeltreffend toe te passen op alle ondernemingen die op het EU-grondgebied in de energiesector werkzaam zijn; is dan ook ingenomen met het recente onderzoek naar concurrentievervalsing door Gazprom en haar Europese dochterondernemingen en betreurt het politiek gemotiveerde besluit van de president van de Russische Federatie waardoor Russische energiebedrijven geen medewerking aan de EU-instellingen kunnen verlenen; beklemtoont dat van iedere onderneming in de energiesector wordt verwacht dat zij onderzoeksinstanties volledige medewerking verleent; verzoekt de Commissie met een passende reactie op dit besluit te komen en ervoor te zorgen dat het onderzoek kan worden voortgezet;

gelangt zu dem Schluss, dass wir mehr Europa benötigen; ist der Ansicht, dass dringend eine politische und intellektuelle Führung benötigt wird, um dem europäischen Projekt neue Impulse zu verleihen; ist der Auffassung, dass die Kommission ihre Initiativrechte in vollem Umfange in den Bereichen geteilter Zuständigkeiten ausüben muss, insbesondere in der Energiepolitik, um die EU für die bevorstehenden Herausforderungen zu rüsten; vertritt die Auffassung, dass die Union untermauernde Projekt des ökologisch-sozialen Binnenmarkts vollendet werden muss; weist nachdrücklich darauf hin, dass die Mechanismen für eine Wirtschaftsordnungspolitik innerhalb der Union insbesondere im Hinblick auf eine bessere Krisenbewältigung und wirtschaftspolitische Koordinierung gestärkt werden müssen; weist darauf hin, dass die Reformagenda für den Bereich Finanzen und Aufsicht rasch weiterentwickelt werden muss, um nicht nur die in der Krise zutage getretenen Mängel zu beheben, sondern auch ein Finanzsystem zu konzipieren, das die Realwirtschaft stützt, zur Finanzstabilität beiträgt und zu Wirtschaftswachstum, langfristigen Investitionen, der Schaffung von Arbeitsplätzen, sozialem Zusammenhalt und der Bekämpfung der Armut führt; hält es für erforderlich, die Steuersysteme in fairer Weise so umzugestalten, dass die Anhäufung eines übermäßigen Fremdkapitalanteils verhindert sowie soziale Gerechtigkeit, Unternehmergeist und Innovation gefördert werden; fordert die Wiederbelebung der nachhaltigen sozialen Marktwirtschaft und der Werte, die sie verkörpert;
komt tot de slotsom dat wij meer Europa nodig hebben; is van mening dat er dringend behoefte is aan politieke en intellectuele leiding om het project Europa weer op de rails te krijgen; is van mening dat de Commissie ten volle gebruik moet maken van haar initiatiefrechten in de sectoren gedeelde bevoegdheden, met name in de sector energiebeleid, om te EU in staat te stellen de problemen die voor haar liggen aan te pakken; is van mening dat het klimaat- en maatschappijvriendelijke internemarktproject dat de Unie schraagt moet worden afgerond; dringt erop aan de mechanismen voor economische sturing binnen de Unie uit te breiden, met name vanuit de optiek van betere democratische controle, crisisbeheer, en coördinatie van economisch en werkgelegenheidsbeleid; bevestigt dat de agenda voor herziening van financiën en toezicht snel vooruitgang moet boeken, en dat niet alleen de tekortkomingen moeten worden aangepakt die tijdens de crisis zijn waargenomen, maar eveneens de noodzaak een financieel stelsel op te zetten dat de werkelijke economie steunt, leidt tot financiële stabiliteit en economische groei, langetermijninvesteringen, schepping van werkgelegenheid, maatschappelijke samenhang en bestrijding van armoede oplevert; acht het noodzakelijk het belastingstelsel op eerlijke wijze te herstructureren, zodanig dat het opbouwen van buitensporige marktinvloed wordt ontmoedigd en maatschappelijke gerechtigheid, ondernemersgeest en innovatie worden bevorderd; dringt erop aan de sociale markteconomie en de waarden die deze in zich bergt nieuw leven in te blazen;