Um Artikel LIII. CXIV. 25 Absatz 2 geltend zu machen, verfügt der in Artikel LIII. CXIV. 17 Absatz 2 erwähnte hierarchische Vorgesetzte über fünfzehn Tage ab dem Tag nach dem Einreichen des Antrags.
De hiërarchische meerdere bedoeld in artikel LIII. CXIV. 22, tweede lid, beschikt, om artikel LIII. CXIV. 25, tweede lid in te roepen, over een termijn van vijftien dagen te rekenen van de dag volgend op de indiening van het verzoek.