Vertaling van "verfügbaren neuen mitteln " (Duits → Nederlands) :

11. unterstreicht, dass die Kommission unter den Obergrenzen des MFR Margen in Höhe von 2,2 Mrd. EUR an Mitteln für Verpflichtungen (darunter 1,2 Mrd. EUR in Rubrik 2) und 1,6 Mrd. EUR an Mitteln für Zahlungen belässt; weist darauf hin, dass die verfügbaren Margen bei Verpflichtungen und Zahlungen sowie nicht ausgeführte Zahlungen in den Gesamtspielraum einfließen, der in den Folgejahren zu nutzen ist, wenn dies notwendig wird; stellt fest, dass der Gesamtspielraum bei den Mitteln für Verpflichtungen erstmals zur Verfügung gestellt wird und teilweise für den EFSI genutzt werden soll; begrüßt grundsätzlich die vorgeschlagene Inanspruchnahme des Flexibilitätsinstruments für eindeutig ermittelte Ausgaben im Rahmen der neuen EU-Initiativen in den Bereichen Asyl und Migration, die nicht innerhalb der Grenzen von Rubrik 3 finanziert werden können; beabsichtigt, einen Teil der verbleibenden Margen und der einschlägigen Flexibilitätsvorschriften im Rahmen des MFR zu nutzen, um entscheidende Prioritäten zu verstärken;
11. onderstreept dat de Commissie een marge laat van 2,2 miljard EUR aan vastleggingskredieten (waarvan 1,2 miljard EUR in rubriek 2) en van 1,6 miljard EUR aan betalingskredieten onder de maxima van het MFK; herinnert eraan dat de beschikbare marges aan vastleggings- en betalingskredieten alsook niet-uitgevoerde betalingen worden opgenomen in de totale marges die de daaropvolgende jaren kunnen worden gebruikt, mocht dit nodig zijn; merkt op dat de overkoepelende marge voor vastleggingen voor de eerste maal beschikbaar wordt gesteld en dat een deel ervan zal worden gebruikt voor het EFSI; is in beginsel ingenomen met het voorgestelde gebruik van het flexibiliteitsinstrument voor duidelijk geïdentificeerde uitgaven in het kader van nieuwe EU-initiatieven op het gebied van asiel en migratie, die niet kunnen worden gefinancierd binnen de grenzen van rubriek 3; is van plan gebruik te maken van een deel van de resterende marges en van de desbetreffende flexibiliteitsbepalingen van het MFK om cruciale prioriteiten te versterken;

57. stellt fest, dass die Kohäsionspolitik als wichtiges Investitionsinstrument der EU, das im Rahmen der Strategie Europa 2020 von wesentlicher Bedeutung ist und genau auf die lokalen, regionalen und einzelstaatlichen Investitionsbedürfnisse ausgerichtet ist, sowohl zur Verringerung der Ungleichgewichte zwischen den Regionen als auch zum wirtschaftlichen Aufschwung der Mitgliedstaaten und zur Schaffung von nachhaltigem Wachstum und von Beschäftigung in den Mitgliedstaaten und der Union insgesamt beiträgt; stellt fest, dass die Kohäsionspolitik so zu einem der besten verfügbaren Instrumente wird, um für eine mit möglichst vielen neuen Arbeitsplätzen verbundene wirtschaftliche Erholung zu sorgen, wie es die Europäische Kommission im Jahreswachstumsbericht 2013 vorsieht; ist in diesem Zusammenhang der Ansicht, dass Einschnitte bei den Mitteln der Kohäsionspolitik mit sehr negativen Folgen für die Ziele der Strategie Europa 2020 verbunden wären, und fordert daher im neuen Programmplanungszeitraum eine angemessene Mittelausstattung der Kohäsionspolitik, die zumindest dem für den derzeitigen Programmplanungszeitraum 2007–2013 festgelegten Umfang entspricht und weiterhin alle Regionen der EU umfassen muss;
57. merkt op dat het cohesiebeleid, als essentieel investeringsinstrument van de EU dat een belangrijke rol speelt in de Europa 2020-strategie en nauwkeurig afgestemd is op lokale, regionale en nationale investeringsbehoeften, niet alleen de verschillen tussen regio's helpt verkleinen, maar ook bijdraagt tot het economisch herstel van de lidstaten en tot de verwezenlijking van duurzame groei en banengroei in de lidstaten en in de Unie in haar geheel; merkt op dat het cohesiebeleid derhalve een van de beste beschikbare instrumenten is om ervoor te zorgen dat het herstel werkelijk zoveel banen zal opleveren als de Commissie in de jaarlijkse groeianalyse 2013 in het vooruitzicht stelt; is in dit verband van mening dat elke verlaging van de begroting voor het cohesiebeleid ernstige negatieve gevolgen zou hebben voor de Europa 2020-doelen en dringt er derhalve op een aan dat er in de nieuwe programmeringsperiode voldoende middelen voor het cohesiebeleid worden uitgetrokken, op een peil dat tenminste gelijk is aan dat van de huidige programmeringsperiode 2007-2013, en dat het beleid voor alle EU-regio's blijft gelden;

55. stellt fest, dass die Kohäsionspolitik als wichtiges Investitionsinstrument der EU, das im Rahmen der Strategie Europa 2020 von wesentlicher Bedeutung ist und genau auf die lokalen, regionalen und einzelstaatlichen Investitionsbedürfnisse ausgerichtet ist, sowohl zur Verringerung der Ungleichgewichte zwischen den Regionen als auch zum wirtschaftlichen Aufschwung der Mitgliedstaaten und zur Schaffung von nachhaltigem Wachstum und von Beschäftigung in den Mitgliedstaaten und der Union insgesamt beiträgt; stellt fest, dass die Kohäsionspolitik so zu einem der besten verfügbaren Instrumente wird, um für eine mit möglichst vielen neuen Arbeitsplätzen verbundene wirtschaftliche Erholung zu sorgen, wie es die Europäische Kommission im Jahreswachstumsbericht 2013 vorsieht; ist in diesem Zusammenhang der Ansicht, dass Einschnitte bei den Mitteln der Kohäsionspolitik mit sehr negativen Folgen für die Ziele der Strategie Europa 2020 verbunden wären, und fordert daher im neuen Programmplanungszeitraum eine angemessene Mittelausstattung der Kohäsionspolitik, die zumindest dem für den derzeitigen Programmplanungszeitraum 2007–2013 festgelegten Umfang entspricht und weiterhin alle Regionen der EU umfassen muss;
55. merkt op dat het cohesiebeleid, als essentieel investeringsinstrument van de EU dat een belangrijke rol speelt in de Europa 2020-strategie en nauwkeurig afgestemd is op lokale, regionale en nationale investeringsbehoeften, niet alleen de verschillen tussen regio's helpt verkleinen, maar ook bijdraagt tot het economisch herstel van de lidstaten en tot de verwezenlijking van duurzame groei en banengroei in de lidstaten en in de Unie in haar geheel; merkt op dat het cohesiebeleid derhalve een van de beste beschikbare instrumenten is om ervoor te zorgen dat het herstel werkelijk zoveel banen zal opleveren als de Commissie in de jaarlijkse groeianalyse 2013 in het vooruitzicht stelt; is in dit verband van mening dat elke verlaging van de begroting voor het cohesiebeleid ernstige negatieve gevolgen zou hebben voor de Europa 2020-doelen en dringt er derhalve op een aan dat er in de nieuwe programmeringsperiode voldoende middelen voor het cohesiebeleid worden uitgetrokken, op een peil dat tenminste gelijk is aan dat van de huidige programmeringsperiode 2007-2013, en dat het beleid voor alle EU-regio's blijft gelden;

5. stellt fest, dass die Kohäsionspolitik als wichtiges Investitionsinstrument der EU, das im Rahmen der Strategie Europa 2020 von wesentlicher Bedeutung ist und genau auf die lokalen, regionalen und einzelstaatlichen Investitionsbedürfnisse ausgerichtet ist, sowohl zur Verringerung der Ungleichgewichte zwischen den Regionen als auch zum wirtschaftlichen Aufschwung der Mitgliedstaaten und zur Schaffung von nachhaltigem Wachstum und von Beschäftigung in den Mitgliedstaaten und der Union insgesamt beiträgt; stellt fest, dass die Kohäsionspolitik so zu einem der besten verfügbaren Instrumente wird, um für eine mit möglichst vielen neuen Arbeitsplätzen verbundene wirtschaftliche Erholung zu sorgen, wie es die Europäische Kommission im Jahreswachstumsbericht 2013 vorsieht; ist in diesem Zusammenhang der Ansicht, dass Einschnitte bei den Mitteln der Kohäsionspolitik mit sehr negativen Folgen für die Ziele der Strategie Europa 2020 verbunden wären, und fordert daher im neuen Programmplanungszeitraum eine angemessene Mittelausstattung der Kohäsionspolitik, die zumindest dem für den derzeitigen Programmplanungszeitraum 2007–2013 festgelegten Umfang entspricht und weiterhin alle Regionen der EU umfassen muss;
5. merkt op dat het cohesiebeleid, als essentieel investeringsinstrument van de EU dat een belangrijke rol speelt in de Europa 2020-strategie en nauwkeurig afgestemd is op lokale, regionale en nationale investeringsbehoeften, niet alleen de verschillen tussen regio's helpt verkleinen, maar ook bijdraagt tot het economisch herstel van de lidstaten en tot de verwezenlijking van duurzame groei en banengroei in de lidstaten en in de Unie in haar geheel; merkt op dat het cohesiebeleid derhalve een van de beste beschikbare instrumenten is om ervoor te zorgen dat het herstel werkelijk zoveel banen zal opleveren als de Commissie in de jaarlijkse groeianalyse 2013 in het vooruitzicht stelt; is in dit verband van mening dat elke verlaging van de begroting voor het cohesiebeleid ernstige negatieve gevolgen zou hebben voor de Europa 2020-doelen en dringt er derhalve op een aan dat er in de nieuwe programmeringsperiode voldoende middelen voor het cohesiebeleid worden uitgetrokken, op een peil dat tenminste gelijk is aan dat van de huidige programmeringsperiode 2007-2013, en dat het beleid voor alle EU-regio's blijft gelden;

hält es für erforderlich, den Faktoren im Zusammenhang mit den verfügbaren Mitteln zur Finanzierung der Entwicklung mehr Aufmerksamkeit zu schenken und dabei an den Verpflichtungen im Bereich der Hilfe festzuhalten, die Bereitstellung nationaler Mittel in den Entwicklungsländern zu fördern, ihre Steuersysteme zu stärken, der Korruption entgegenzuwirken sowie die Bekämpfung der Steuerhinterziehung, der Kapitalflucht und der illegalen Finanzströme und die Suche nach neuen Finanzierungsquellen zu unterstützen;
is van mening dat meer aandacht dient te worden besteed aan de aspecten die verband houden met de beschikbare financieringsbronnen voor ontwikkeling. Zo is het belangrijk dat wordt vastgehouden aan de verbintenissen op het gebied van steun en dat de ontwikkelingslanden worden gestimuleerd om eigen middelen vrij te maken; dit impliceert dat zij hun belastingstelsel versterken, corruptie tegengaan en de strijd tegen belastingontduiking, kapitaalvlucht en illegale geldstromen opvoeren en dat zij worden gesteund in hun zoektocht naar nieuwe financieringsbronnen;

Zusammen mit den seit April 2003 verfügbaren neuen Mitteln des 9. EEF in Höhe von 12,5 Mrd. EUR stehen also insgesamt 15,25 Mrd. EUR für neue Mittelbindungen in den Jahren 2003 bis 2007 zur Verfügung.
Als daarbij de sinds april 2003 beschikbare nieuwe middelen uit het 9e EOF - een bedrag van 12,5 miljard EUR - worden gerekend, is een totaalbedrag van 15,25 miljard EUR beschikbaar voor nieuwe vastleggingen voor de periode 2003-2007.

Die Finanzierung in den Jahren 2000, 2001 und 2002 wird von den verfügbaren Mitteln der Europäischen Union abhängen, die in einem neuen interinstitutionellen Abkommen von Kommission, Parlament und Ministerrat über die Haushaltsperspektiven festgelegt werden, das ab dem Jahr 2000 in Kraft tritt.
De financiering voor de volgende jaren: 2000, 2001 en 2002, is afhankelijk van de budgettaire middelen van de Europese Unie die bij een nieuw interinstitutioneel akkoord tussen de Commissie, het Parlement en de Raad van ministers over de financiële vooruitzichten zullen worden vastgesteld; dit akkoord wordt met ingang van het jaar 2000 van kracht.

Ferner sollte die EU folgende neue Initiativen fortsetzen: - Aufstellung eines Inventars der wichtigsten Maßnahmen, die das Klima für Auslandsinvestitionen in Japan verbessern würden; - Drängen auf eine offenere Wettbewerbspolitik in Japan; - Lancierung eines neuen Ausfuhrförderungsprogramms bei Dienstleistungen, Untersuchung der Möglichkeiten für eine erhebliche Erhöhung des von 1996 an verfügbaren Haushalts, um ihre derzeitigen Ausfuhrförderungsinitiativen einschließlich des Zugangs zu Japan und des Ausbildungsprogramms für Führungskräfte zu festigen; -Gewährleistung einer besseren Koordinierung von Mitteln der Mitgliedstaaten und der EU sowohl zur Ueberprüfung interner Reformen als auch zur Durchführung einer Kampagne für eine weitere Marktöffnung in Japan.
De EU dient ook de volgende nieuwe initiatieven te ontplooien: - opstelling van een inventaris van de belangrijkste maatregelen die het klimaat voor buitenlandse investeringen in Japan zouden verbeteren; - aandringen op een opener concurrentiebeleid in Japan; - opzetten van een nieuw exportbevorderingsprogramma voor diensten, onderzoeken van de mogelijkheden voor een belangrijke toename van het vanaf 1996 beschikbare budget om de bestaande initiatieven op het gebied van exportbevordering, waaronder de "Gateway to Japan" en het "Executive Training Programme" (opleidingsprogramma voor leidinggevend personeel), te consolideren; - zorgen voor een betere coördinatie van de middelen van de Lid-Staten en de EU, zowel wat betreft het toezicht op de interne hervormingen als het voeren van campagnes voor een verdere openstelling van de markt in Japan.