Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 1786 erwidern, dass die Artikel 26 Absatz 3 und gegebenenfalls die Artikel 37 und 38 untrennbar mit dem angefochtenen Artikel 18 verbunden seien; wenn kein Recht bestehe, die Sache an sich zu ziehen, verfielen ihrer Auffassung nach auch die Artikel, in denen die diesbezüglichen Modalitäten geregelt würden.
De verzoekende partijen in de zaak nr. 1786 repliceren dat de artikelen 26, derde lid, en in voorkomend geval de artikelen 37 en 38 onverbrekelijk verbonden zijn met het aangevochten artikel 18 : als er geen evocatierecht is, vervallen volgens hen ook de artikelen die de modaliteiten ervan regelen.
