- dass der Kampf gegen den Menschenhandel und die sexuelle Ausbeutung von Frauen und Kindern durch den Verfassungsvertrag erleichtert wird (insbesondere durch Artikel II-65 Ziffer 3, mit der Menschenhandel verboten wird, und Artikel III-271 Ziffer 1, womit Mindestvorschriften zur Festlegung von Straftaten und Strafen in Bereichen besonders schwerer Kriminalität wie Menschenhandel und sexuelle Ausbeutung von Frauen und Kindern festgelegt werden können);
- de strijd van de Unie tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van vrouwen en kinderen door het verdrag inzake de grondwet zal worden vergemakkelijkt (met name door artikel II-65, lid 3 waarin mensenhandel wordt verboden en door artikel III-271, eerste alinea waarin het mogelijk wordt gemaakt minimale voorschriften vast te stellen over bepaling van het bestanddeel van een strafbaar feit en de gevolgen in sectoren van bijzonder zware misdaad zoals mensenhandel en seksuele uitbuiting van vrouwen en kinderen;