Der Verweisungsrichter befragt den Hof darüber, ob Artikel 11 § 2 Absat
z 3 des königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 mit den Art
ikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, insoweit das System
wegen des fehlenden Ausgleichsverfahrens dazu führt, dass Selbständige, deren Einkünfte - obwohl ins
gesamt gleich - auf unterschiedliche Weise während ihrer Laufbahn schw
...[+++]anken, unterschiedliche Gesamtbeträge an Beiträgen zahlen.
De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 11, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 in zoverre het systeem, wegens de ontstentenis van een procédé van regularisatie, leidt tot de betaling van verschillende totaalbedragen aan bijdragen voor zelfstandigen wier inkomsten, die nochtans over het geheel gelijk zijn, op een verschillende manier gedurende hun loopbaan schommelen.