Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «verfassung selbst nicht » (Allemand → Néerlandais) :

Die vorlegenden Richter möchten vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 57 des EStGB 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung (Rechtssache Nr. 6212) beziehungsweise dieselben Artikel in Verbindung mit den Artikeln 170 und 172 der Verfassung (Rechtssache Nr. 6257) verstoße, indem die Abzugsfähigkeit als Werbungskosten nicht erlaubt werde, wenn die in dieser Bestimmung erwähnten Ausgaben, die durch einen der Steuer der natürlichen Personen unterliegenden Steuerpflichtigen getätigt würden, nicht auf die vorgeschriebene Weise nachgewi ...[+++]

De verwijzende rechters wensen van het Hof te vernemen of artikel 57 van het WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (zaak nr. 6212), dan wel dezelfde artikelen in samenhang gelezen met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet (zaak nr. 6257), schendt doordat zij de aftrekbaarheid als beroepskosten niet toestaat wanneer de in die bepaling bedoelde uitgaven, gedaan door een belastingplichtige in de personenbelasting, niet op de voorgeschreven wijze worden verantwoord (door individuele fiches en een samenvattende opgave die tijdig en in de juiste vorm zijn voorgelegd), zelfs ...[+++]


Die fragliche Bestimmung ist nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem darin bloße Eigentümer von Gewerbebetriebsgeländen, die selbst nicht als verantwortlich für die Nichtbenutzung erachtet werden können, als die Personen bestimmt werden, die die dadurch auferlegte Abgabe schulden.

De in het geding zijnde bepaling is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij naakte eigenaars van bedrijfsruimten, die zelf niet verantwoordelijk kunnen worden geacht voor de leegstand, aanwijzen als de personen die de daarbij opgelegde heffing verschuldigd zijn.


Die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6498 führt an, dass die angefochtenen Artikel 109, 110 und 115 des Gesetzes vom 5. Februar 2016 gegen die Artikel 10, 11 und 12 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstießen, weil « die Staatsanwaltschaft und die Zivilpartei eine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen jede Verfügung zur Einstellung der Verfolgung einlegen können, auch wenn diese auf der Unregelmäßigkeit der gerichtlichen Untersuchung beruht, während hingegen der Beschuldigte keine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen einen Verweisungsbeschluss einle ...[+++]

De verzoekende partij in de zaak nr. 6498 voert aan dat de bestreden artikelen 109, 110 en 115 van de wet van 5 februari 2016 een schending inhouden van de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat « het openbaar ministerie en de burgerlijke partij [...] een onmiddellijk cassatieberoep [kunnen] instellen tegen elke beschikking tot buitenvervolgingstelling, ook wanneer die gegrond is op de onregelmatigheid van het gerechtelijk onderzoek terwijl, omgekeerd, de inverdenkinggestelde niet onmiddellijk cassatieberoep kan aantek ...[+++]


Selbst wenn der Ordonnanzgeber Steuerbestimmungen annehmen kann, die auch diese Art von Tätigkeit fördern, wird ihm zur Einhaltung der Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung angesichts seiner Ermessensbefugnis sowohl in Bezug auf die Steuer- als auch in Bezug auf die Wohnungspolitik nicht vorgeschrieben, die Entwicklungsgesellschaft für die Region Brüssel-Hauptstadt anders zu behandeln als die anderen Schuldner des Immobiliensteuervorabzugs auf Güter, die auf dem Gebiet der ...[+++]

Ook al kan de ordonnantiegever fiscale bepalingen aannemen die ook dat soort van werkzaamheid bevorderen, toch legt de inachtneming van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet hem niet de verplichting op, rekening houdend met zijn beoordelingsbevoegdheid inzake zowel fiscaal als huisvestingsbeleid, om de GOMB anders te behandelen dan de andere schuldenaars van de onroerende voorheffing op goederen die op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn gelegen.


In dem Sinne ausgelegt, dass die Abgabe auf den Besitz von Abfällen nicht zu Lasten des Eigentümers des Geländes auferlegt werden kann, auf dem die betreffenden Abfälle durch einen identifizierten Dritten zurückgelassen wurden, selbst wenn er nicht durch die Verwaltung in Anwendung der Artikel 39 und 40 des Steuerdekrets vom 22. März 2007 besteuert wurde, obwohl er hätte besteuert werden müssen, ist Artikel 35 § 2 Absatz 1 Nr. 1 desselben Dekrets vereinbar mit den Artikeln 10, 11, 170 und 172 der ...[+++]

In die zin geïnterpreteerd dat de belasting op afvalbezit niet ten laste kan worden gelegd van de eigenaar van het terrein waar het in het geding zijnde afval is achtergelaten door een geïdentificeerde derde, ook al is die niet door de administratie belast met toepassing van de artikelen 39 en 40 van het fiscaal decreet van 22 maart 2007, terwijl dat had moeten gebeuren, is artikel 35, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet bestaanbaar met de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet.


« Verstoßen die Artikel 52 i.V.m. 59 Nr. 4 des Dekrets über die integrale Handelsniederlassungspolitik gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung i.V.m. dem Grundsatz der Rechtssicherheit, indem Handelsniederlassungsgenehmigungen, die nach dem 1. Juli 2014 abgelaufen sind, dennoch wieder wirksam werden, während Handelsniederlassungsgenehmigungen, die am 1. Juli 2014 bereits abgelaufen waren, nicht wieder wirksam werden, selbst wenn die inhaltlichen B ...[+++]

« Schenden de artikelen 52 j° 59, 4° Handelsvestigingsdecreet de artikelen 10 en 11 Grondwet j° het rechtszekerheidsbeginsel doordat handelsvestigingsvergunningen die na 1 juli 2014 vervallen zijn alsnog herleven, terwijl handelsvestigingsvergunningen die op 1 juli 2014 reeds vervallen waren niet herleven, zelfs al wordt aan de inhoudelijke voorwaarden van artikel 52 voldaan ?


« Artikel 1382 des Zivilgesetzbuches verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahin ausgelegt wird, dass er verhindert, dass der Staat für einen Fehler haftbar gemacht werden kann, der in der Ausübung der Rechtsprechungsfunktion durch ein Gericht, das in letzter Instanz geurteilt hat, begangen wurde, solange diese Entscheidung nicht widerrufen, zurückgezogen, abgeändert oder für nichtig erklärt wurde, selbst wenn dieser Fehler ...[+++]

« Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het belet dat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie door een rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak heeft gedaan, zolang die beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of vernietigd, zelfs al bestaat die fout in een voldoende gekwalificeerde schending van de to ...[+++]


Die klagenden Parteien führen an, dass die angefochtenen Artikel ebenfalls gegen Artikel 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 3 und 9 des Aarhus-Übereinkommens, verstießen, weil (1) der Dekretgeber selbst die wesentlichen Elemente der Regelung festlegen müsse und diese nicht der Flämischen Regierung übertragen dürfe und (2) der Dekretgeber die bestehenden Garantien und den bestehenden Rechtsschutz nicht ...[+++]

De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden artikelen eveneens artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 9 van het Verdrag van Aarhus, zouden schenden, omdat (1) de decreetgever zelf de essentiële elementen van de regeling zou moeten bepalen en dit niet zou mogen delegeren aan de Vlaamse Regering en (2) de decreetgever de bestaande waarborgen en rechtsbescherming niet zou mogen afbouwen, of minstens slechts mag afbouwen indien hij daarvoor een dwingende en ernstige verantwoording geeft.


3. Verstößt Artikel 577-2 des Zivilgesetzbuches, insbesondere die §§ 3 und 5 - so wie diese Bestimmung (in ihrem heutigen und damaligen Kontext) seit dem 1. September 2005 anwendbar ist -, insofern er bestimmt oder dahin ausgelegt wird, dass der Miteigentümer, der alleine das ungeteilte Gut gebraucht und den ausschließlichen Nutzen davon gehabt hat, dem anderen Miteigentümer eine Entschädigung im Verhältnis zu seinem Anteil am Ertragswert dieses Gutes schuldet, auch wenn der erstgenannte Miteigentümer keine Schuld daran hat, dass der andere Miteigentümer sein Recht auf Gebrauch und Nutzen nicht in natura ausgeübt hat, und selbst ...[+++]

3. Schendt artikel 577-2 van het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid de §§ 3 en 5, zoals deze bepaling (in haar huidige en toenmalige context) van toepassing is sinds 1 september 2005, in zoverre het bepaalt of in die zin geïnterpreteerd wordt dat de deelgenoot die alleen het onverdeeld goed heeft gebruikt en het exclusief genot ervan heeft gehad, een vergoeding verschuldigd is aan de andere deelgenoot in verhouding tot hun aandeel in de opbrengstwaarde van dit goed, ook wanneer de eerstgenoemde deelgenoot geen schuld heeft aan de omstandigheid dat de andere deelgenoot zijn recht ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten A. Alen und J. Spreutels, und den Richtern E. De Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 8. Dezember 2014 in Sachen der « Untill » PGmbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Ver ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB 92 in samenlezing met artikel 307, § 1, lid 3 WIB 92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondw ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verfassung selbst nicht' ->

Date index: 2022-04-23
w