Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "verfassung garantierte unterrichtsfreiheit nicht unbegrenzt " (Duits → Nederlands) :

Im Bereich des Unterrichtswesens muss der Grundsatz der Trennung zwischen Kirche und Staat beurteilt werden unter Berücksichtigung der historisch in Belgien bestehenden verschiedenen Unterrichtsnetze, die sich aus dem Bemühen des Verfassungsgebers ergeben, die durch Artikel 19 der Verfassung geschützte Meinungsfreiheit sowie die durch Artikel 24 der Verfassung garantierte Unterrichtsfreiheit zu gewährleisten, wobei diese beiden ver ...[+++]

Op het gebied van onderwijs moet het beginsel van de scheiding tussen Kerk en Staat worden beoordeeld rekening houdend met het historisch bestaan, in België, van de verschillende onderwijsnetten, die beantwoorden aan de zorg van de Grondwetgever om de vrijheid van meningsuiting beschermd bij artikel 19 van de Grondwet, alsook de vrijheid van onderwijs gewaarborgd bij artikel 24 van de Grondwet, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, te waarborgen.


Darüber hinaus führen die Mitglieder der Staatsanwaltschaft ihren Auftrag unter der Aufsicht des Generalprokurators beim Appellationshof aus, wobei sie eine ihnen durch Artikel 151 § 1 der Verfassung garantierte Unabhängigkeit genießen, weshalb nicht davon auszugehen ist, dass der Standpunkt eines der Mitglieder der Staatsanwaltschaft deren anderen Mitgliedern auferlegt wird, oder insbesondere, dass dieser Standpunkt den Generalpro ...[+++]

Bovendien voeren de leden van het openbaar ministerie hun opdrachten uit onder gezag van de procureur-generaal bij het hof van beroep, waarbij zij een onafhankelijkheid genieten die hun bij artikel 151, § 1, van de Grondwet wordt gewaarborgd, zodat niet ervan kan worden uitgegaan dat het standpunt van een van zijn leden wordt opgelegd aan de andere leden van het openbaar ministerie, noch, meer bepaald, dat dit standpunt de procureur-generaal verhindert de leidinggevende functie die hem door het Gerechtelijk Wetboek is toevertrouwd, uit te oefenen.


Wie die Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates in ihrem Gutachten zum Vorentwurf des angefochtenen Gesetzes angemerkt hat, ist diese Ermessensbefugnis jedoch nicht unbegrenzt, da Artikel 150 der Verfassung den Gesetzgeber verpflichtet, mindestens die schwerwiegendsten Straftaten dem Geschworenenkollegium vorzubehalten (Parl. Dok., Kammer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, S. 266).

Zoals de afdeling wetgeving van de Raad van State in haar advies bij het voorontwerp van de bestreden wet heeft opgemerkt, is die appreciatiebevoegdheid evenwel niet onbegrensd, aangezien artikel 150 van de Grondwet aan de wetgever oplegt om minstens de zwaarste misdrijven aan de jury voor te behouden (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 266).


Das Recht auf Zugang zu einem Richter, das einem jeden unter Einhaltung der Artikel 10 und 11 der Verfassung garantiert werden muss, kann Gegenstand von Einschränkungen, darunter solche finanzieller Art, sein, sofern diese Einschränkungen nicht das Recht auf Zugang zu einem Richter substanziell beeinträchtigen.

Het recht op toegang tot de rechter, dat met inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet aan eenieder moet worden gewaarborgd, kan het voorwerp uitmaken van beperkingen, ook van financiële aard, voor zover die beperkingen geen afbreuk doen aan de essentie zelf van het recht op toegang tot een rechter.


Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: Vorbehaltlich des in B.7.4 Erwähnten verstößt Artikel 1 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 zur Einführung garantierter Familienleistungen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Onder voorbehoud van hetgeen is vermeld in B.7.4, schendt artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.


« Verstößt Artikel 42quater des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der Minister oder sein Beauftragter dem Aufenthaltsrecht eines Nicht-EU-Ausländers, der von einem Belgier geschieden ist und im Rahmen der Ehe Opfer von Gewalt im Sinne der Artikel 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches war, innerhalb von fünf Jahren nach Zuerkennung des Aufenthaltsrechts ein Ende setze ...[+++]

« Schendt artikel 42quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre er door de minister of zijn gemachtigde, binnen vijf jaar na de erkenning van zijn recht op verblijf, een einde kan worden gesteld aan dat verblijfsrecht voor een niet-Europese vreemdeling die uit de echt is gescheiden van een Belg en die, binnen het huwelijk, het slachtoffer is geweest van geweld zoals bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, indien die vreemdeling niet aantoont dat hi ...[+++]


« Ist Artikel 42quater des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, obwohl der Anfangspunkt der in den nachstehenden Bestimmungen erwähnten Zeiträume unterschiedlich ist, vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem der Minister oder sein Beauftragter innerhalb von fünf Jahren nach Zuerkennung des Rechts auf Aufenthalt dem Aufenthaltsrecht des Ehepartners eines belgischen Staatsangehörigen ein Ende setzen kann, insbesondere wenn die Ehe mit Letzterem aufgelöst wird und dieser Ausländer während des vierten oder fünften Jahres dieses ...[+++]

« Is, hoewel de in de onderstaande bepalingen beoogde periodes verschillen ten aanzien van het aanvangspunt ervan, artikel 42quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de minister of zijn gemachtigde binnen vijf jaar na de erkenning van het verblijfsrecht een einde kan maken aan het verblijfsrecht van de echtgenoot van een Belg, wanneer met name het huwelijk met die laatste wordt ontbonden en die vreemdeling, in de loop van het vierde of het vijfde jaar van die periode, niet voldoet aan de voor ...[+++]


Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 127 des Hochschuldekrets gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und die Charta der Grundrechte der Europäischen Union verstoße, insofern diese Bestimmung es erlaube, dass die Einstellung von Teilzeitgastprofessoren unbegrenzt verlängert werden könne, wodurch es bei der Beendigung eines befristeten Vertrags auch dann, wenn für einen Zeitraum von mehr als drei Jahren Verträge abgeschlossen würden, keinen Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung gebe, während bei Arbeitnehmern, die im Rahmen ...[+++]

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 127 van het Hogescholendecreet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie schendt, in zoverre die bepaling toelaat dat de aanstelling van deeltijdse gastprofessoren onbeperkt kan worden verlengd, waardoor er bij het beëindigen van een overeenkomst voor bepaalde tijd, zelfs indien er voor een periode van meer dan drie jaar overeenkomsten werden afgesloten, geen recht is op een opzeggingsvergoeding, terwijl werknemers die tewerkgestel ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 19. November 2014 in Sachen Anne Marie Van Roy gegen die VoG « Thomas More Mechelen-Antwerpen », dessen Ausfertigung am 27. November 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 127 des Dekrets vom 13. Juli 1994 über die Hochschulen in der Flämischen Gemeinschaft gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 19 november 2014 in zake Anne Marie Van Roy tegen de vzw « Thomas More Mechelen-Antwerpen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2014, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 127 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap de artike ...[+++]


Laut dem ersten Teil des vierten Klagegrunds seien die angefochtenen Bestimmungen nicht vereinbar mit dem Legalitätsprinzip in Strafsachen, so wie es durch die Artikel 10, 11 und 12 Absatz 2 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 5 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet werde, insofern durch diese Bestimmungen der Ratskammer und der Anklagekammer eine unbegrenzte Beurteilungsfreiheit bei der Bestimmung d ...[+++]

Volgens het eerste onderdeel van het vierde middel zouden de bestreden bepalingen niet bestaanbaar zijn met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals gewaarborgd door de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepalingen de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling een onbegrensde beoordelingsvrijheid zouden laten in het bepalen van de plaats waar de zitting zal plaatsvinden.


w