Die Artikel 2, 3 § 1 Buchstabe c) und 8 § 1 der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Im
mobilien verstossen weder gegen
Artikel 170 § 2 der Verfassung, noch gegen Artikel 11 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen, noch gegen Artikel 1 des Gesetzes vom 23. Januar 1989 « bezüglich der in Artikel 110 [nunmehr 170] §§ 1 u
nd 2 der Verfassung erwähnten ...[+++] Steuerkompetenz ».De artikelen 2, 3, § 1, c, en 8, § 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten last
e van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op
sommige onroerende goederen schenden niet artikel 170, § 2, van de Grondwet, noch artikel 11 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, noch artikel 1 van de wet van 23 januari 1989 « betreffende de in artikel 110 [thans 170], §§ 1 en 2, van d
...[+++]e Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid ».