Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «verfassung hof beurteilen muss » (Allemand → Néerlandais) :

Es obliegt dem Gesetzgeber, unter Einhaltung der Artikel 10 und 11 der Verfassung zu beurteilen, ob eine größere Gleichwertigkeit wünschenswert ist, und zu bestimmen, zu welchem Zeitpunkt und auf welche Weise eine größere Einheitlichkeit zwischen den beiden Regelungen in konkreten Maßnahmen Ausdruck finden muss.

Het behoort tot de bevoegdheid van de wetgever met inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te beoordelen of een grotere gelijkschakeling wenselijk is en te bepalen op welk tijdstip en op welke wijze via concrete maatregelen vorm moet worden gegeven aan een grotere eenvormigheid tussen beide regelgevingen.


Der Gerichtshof muss beurteilen, ob der Behandlungsunterschied zwischen einerseits der Staatsanwaltschaft und der Zivilpartei, die unmittelbar Kassationsbeschwerde gegen einen Entscheid der Verfahrenseinstellung einlegen können, und andererseits den Beschuldigten, die keine unmittelbare Kassationsbeschwerde gegen einen Verweisungsentscheid einlegen kann, vereinbar ist mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention ...[+++]

Het Hof dient te beoordelen of het verschil in behandeling tussen, enerzijds, het openbaar ministerie en de burgerlijke partij, die onmiddellijk een cassatieberoep kunnen instellen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling en, anderzijds, de inverdenkinggestelde, die geen onmiddellijk cassatieberoep kan instellen tegen een verwijzingsarrest, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.


Der Hof muss also untersuchen, ob der vorerwähnte Artikel 318 § 2 auf diskriminierende Weise das Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es in Artikel 22 der Verfassung und in Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verankert ist, in Bezug auf ein Kind, das ohne den Besitz des Standes die Vaterschaftsvermutung in Bezug auf den Ehemann seiner Mutter anfechten möchte, in Anbetracht der Fristen, die dieser Artikel 318 § 2 hierzu vorschreibt, verletzt.

Het Hof moet dus nagaan of het voormelde artikel 318, § 2, niet op discriminerende wijze afbreuk doet aan het recht op de eerbiediging van het privéleven, zoals het is verankerd in artikel 22 van de Grondwet en in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van het kind dat, bij ontstentenis van bezit van staat, het vermoeden van vaderschap wil betwisten dat is vastgesteld ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder, door de termijnen die dat artikel 318, § 2, daartoe voorschrijft.


Der Hof muss also untersuchen, ob der vorerwähnte Artikel 318 § 2 auf diskriminierende Weise das Recht auf Achtung des Privatlebens, so wie es in Artikel 22 der Verfassung und in Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verankert ist, in Bezug auf ein Kind, das ohne den Besitz des Standes die Vaterschaftsvermutung in Bezug auf den Ehemann seiner Mutter anfechten möchte, in Anbetracht der Fristen, die dieser Artikel 318 § 2 hierzu vorschreibt, verletzt.

Het Hof moet dus nagaan of het voormelde artikel 318, § 2, niet op discriminerende wijze afbreuk doet aan het recht op de eerbiediging van het privéleven, zoals het is verankerd in artikel 22 van de Grondwet en in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van het kind dat, bij ontstentenis van bezit van staat, het vermoeden van vaderschap wil betwisten dat is vastgesteld ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder, door de termijnen die dat artikel 318, § 2, daartoe voorschrijft.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, ...[+++]


In der vorliegenden Rechtssache wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, befragt, indem « er die nicht innerhalb der gesetzlich festgelegten Frist eingereichte Vaterschaftsanfechtungsklage zum absoluten Unzulässigkeitsgrund erhebt, ohne dass es dem mit einer solchen Klage befassten Richter möglich ist, zu beurteilen, ob unter Berücksichtigung der vorliegenden Inte ...[+++]

In de voorliggende zaak wordt aan het Hof een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat « het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de bio ...[+++]


Insofern das vorlegende Rechtsprechungsorgan den Hof analog zu einem Urteil des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften bezüglich eines etwaigen Verstosses gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung befragt, muss der Hof beurteilen, ob die fragliche Bestimmung in dieser Auslegung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst.

In zoverre het verwijzende rechtscollege, bij de toepassing naar analogie van een door het Hof van Justitie gewezen arrest, het Hof ondervraagt over een mogelijke schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, moet het Hof oordelen of, in die interpretatie, de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.


Der so abgegrenzte Behandlungsunterschied, dessen Vereinbarkeit mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung der Hof beurteilen muss, besteht darin, dass weder das Dienstalter der Offiziere aus dem zeitweiligen Kader noch die Beibehaltung des Vorteils dieser Rechtsstellung berücksichtigt werden können, wenn, wie im vorliegenden Fall, ein Offizier aus dem zeitweiligen Kader seinen Wunsch zu erkennen gibt, den Grad eines Offiziers im Berufskader auf dem Wege über die Königliche Militärschule erwerben zu wollen, während sowohl das Dienstalter als auch dieser Vorteil berücksichtigt ...[+++]

Aldus afgebakend, bestaat het verschil in behandeling waarvan het Hof de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet dient te beoordelen erin dat de jaren van anciënniteit van de officieren uit het tijdelijk kader alsmede het behoud van het voordeel van dat statuut niet in aanmerking kunnen worden genomen wanneer, zoals te dezen, een officier uit het tijdelijk kader zijn wil te kennen geeft om de graad van officier in het beroepskader via de Koninklijke Militaire School te verwerven, terwijl ze wel in aanmerking zouden worden genomen indien dezelfde officier zou toetreden tot het beroepskader op grond van artikel 22 van de ...[+++]


Wenn der Hof trotz dieser Einwendung die Klageschrift dennoch annähme, sei die Regierung der Französischen Gemeinschaft der Auffassung, dass der Hof in Anwendung des grundlegenden, in Artikel 159 der Verfassung formulierten Prinzips der Hierarchie der Normen vorab die Verfassungsmässigkeit und die Gesetzmässigkeit des Erlasses vom 21. Mai 1999 beurteilen müsse.

Indien het Hof ondanks dat bezwaar het verzoekschrift toch zou aanvaarden, is de Franse Gemeenschapsregering van mening dat het Hof, met toepassing van het fundamentele beginsel van de hiërarchie van de normen zoals geformuleerd in artikel 159 van de Grondwet, vooraf de grondwettigheid en de wettigheid van het besluit van 21 mei 1999 moet beoordelen.


Der Hof urteilt anlässlich der ersten präjudiziellen Frage, dass die beanstandete Bestimmung nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem sie das Recht auf Sozialhilfe für die Ausländer auf dringende medizinische Hilfe beschränkt, deren Antrag auf Anerkennung als Flüchtling nicht berücksichtigt worden ist, auch wenn der Betroffene die Entscheidung, diesen Antrag nicht zu berücksichtigen, mit einer Klage beim Staatsrat beanstandet; die zweite präjudizielle Frage bezieht sich auf die untergeordnete Frage, ob es diskriminierend sei, dass die Sozialhilfe, wenn sie schon habe bewilligt werden können, nicht mit Rückwirkun ...[+++]

Nu het Hof naar aanleiding van de eerste prejudiciële vraag oordeelt dat de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt doordat het recht op maatschappelijke dienstverlening beperkt wordt tot de dringende medische hulp voor de vreemdeling van wie de aanvraag om als vluchteling te worden erkend niet in aanmerking is genomen ook al bestrijdt de betrokkene de beslissing om de aanvraag niet in aanmerking te nemen met een beroep bij de Raad van State, en de tweede prejudiciële vraag betrekking heeft op de ondergeschikte vraag of het discriminerend is dat de maatschappelijke dienstverlening, indien zij al k ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verfassung hof beurteilen muss' ->

Date index: 2023-04-28
w