Vertaling van "verfassung beinhalte dass " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Beinhalter
beenhouder

Verfassung der IAO | Verfassung der Internationalen Arbeitsorganisation
Statuut van de IAO | Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie

Europäische Verfassung [ Verfassungsvertrag | Vertrag über eine Verfassung für Europa ]
Europese Grondwet [ Constitutioneel Verdrag | Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa ]

Verfassung [ Verfassungsgesetz ]
grondwet [ constitutionele wet ]

Einhaltung der Verfassung sicherstellen
naleving van de grondwet verzekeren | ervoor zorgen dat de grondwet wordt nageleefd | naleving van de grondwet garanderen

nach Maßgabe der in ihrer Verfassung vorgesehenen Verfahren
overeenkomstig hun onderscheidene grondwettelijke procedures | overeenkomstig hun onderscheidene staatsrechtelijke procedures

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Sie würden somit zwei Kategorien von Ausländern miteinander vergleichen, während Artikel 191 der Verfassung beinhalte, dass zwischen Belgiern und Ausländern verglichen werde.
Zij zouden aldus twee categorieën van vreemdelingen vergelijken terwijl artikel 191 van de Grondwet inhoudt dat een vergelijking tussen Belgen en vreemdelingen wordt gemaakt.

Die erste klagende Partei ist eine VoG, deren Vereinigungszweck darin besteht, die Menschenrechte und die Rechte von Minderheiten, so wie sie in der Verfassung und in verschiedenen völkerrechtlichen Instrumenten festgelegt sind, zu fördern und gegebenenfalls vor Gericht aufzutreten, um eine Verletzung dieser Rechte anzuprangern; sie rechtfertigt ihr Interesse an der Beantragung der Nichtigerklärung des angefochtenen Dekrets durch den Umstand, dass dieses nach ihrem Dafürhalten Diskriminierungen aufgrund der Sprache beinhalte.
De eerste verzoekende partij is een vzw waarvan het maatschappelijk doel erin bestaat de mensenrechten en de rechten van de minderheden zoals zij zijn verankerd in de Grondwet en in diverse internationaalrechtelijke instrumenten te bevorderen en, in voorkomend geval, in rechte op te treden om een aantasting van die rechten aan te klagen; zij verantwoordt haar belang om de vernietiging van het bestreden decreet te vorderen door het feit dat dat decreet, naar haar mening, discriminaties op grond van de taal bevat.

Im einzigen Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6181 führen die klagenden Parteien an, dass die Übergangsfrist, die den Eltern gemäß den Artikeln 2 und 3 des Dekrets vom 19. Dezember 2014 gewährt werde, um die geforderte Stufe B2 zu erreichen, nicht lange genug sei und somit einen Verstoß gegen die Artikel 10, 11, 24 § 4 und 191 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit und dem Grundsatz des berechtigten Vertrauens beinhalte.
In het enige middel in de zaak nr. 6181 voeren de verzoekende partijen aan dat de overgangstermijn die door de artikelen 2 en 3 van het decreet van 19 december 2014 wordt gelaten aan de ouders om het vereiste niveau B2 te halen, onvoldoende lang is en zodoende een schending zou inhouden van de artikelen 10, 11, 24, § 4, en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.

Der vorlegende Richter befragt den Hof zu einem doppelten Behandlungsunterschied; einerseits bezweckt die präjudizielle Frage zu vernehmen, ob Artikel 58 des Dekrets vom 19. Dezember 1998 einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung beinhalte, da in dem Fall, wo die Ubertretung von Artikel 56 desselben Dekrets auf einer Regionalstrasse begangen werde, der Richter die Zahlung eines Pauschalbetrags als Beitrag zur Finanzierung des Flämischen Infrastrukturfonds auferlegen müsse, während diese Verpflichtung nicht aufzuerlegen sei, wenn die Ubertretung auf anderen Strassen in der Flämischen Region begangen werde; andererseits wird der Hof gefragt, ob Artikel 58 des Dekrets eine Diskriminierung beinhalte, indem für Regionalstrassen die pauschale Beitragsregelung gelte, während der Ubertretende auf anderen Strassen « nur dann zur Zahlung irgendeines Betrags verpflichtet werden kann, wenn erwiesen ist, dass die Uberschreitung der höchstzulässigen Masse die Beschädigung des Strassenbelags verursacht hat, und wenigstens wenn der Umfang der Beschädigung erwiesen ist ».
De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over een tweevoudig onderscheid in behandeling : enerzijds, beoogt de prejudiciële vraag te vernemen of artikel 58 van het decreet van 19 december 1998 een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat, wanneer de overtreding van artikel 56 van hetzelfde decreet is begaan op een gewestweg, de rechter de verplichting dient uit te spreken om een forfaitair bedrag te betalen bij wijze van bijdrage tot financiering van het Vlaams Infrastructuurfonds, terwijl die verplichting niet dient te worden uitgesproken wanneer de overtreding gebeurt op andere wegen in het Vlaamse Gewest; anderzijds, wordt het Hof gevraagd of artikel 58 van het decreet een discriminatie inhoudt doordat voor gewestwegen de forfaitaire bijdrageregeling geldt, terwijl op andere wegen de overtreder enkel kan zijn gehouden « tot betaling van welk bedrag dan ook wanneer bewezen is dat de overlading schade aan het wegdek heeft veroorzaakt minstens dat de omvang van de schade bewezen is ».

Während bestätigt wurde, dass die „Europäische Verfassung“ wieder auf den Weg gebracht werden müsse, hören wir nun von einem Konsens, der „weniger“ ambitioniert sei, aber die Kernelemente beinhalte.
Er wordt aangedrongen op de noodzaak om de ‘Europese Grondwet’ nieuw leven in te blazen en tegelijkertijd te streven naar een ‘minder’ ambitieuze consensus waarmee de essentie van het oorspronkelijke ontwerp gewaarborgd wordt.

Artikel 24 § 5 der Verfassung beinhalte, dass die Organisation, die Anerkennung und die Bezuschussung des Unterrichtswesens durch die Gemeinschaft durch Gesetz oder Dekret geregelt würden, was der Rechtsprechung des Hofes zufolge impliziere, dass die für die Angelegenheit wesentlichen Aspekte nicht delegiert werden könnten.
Artikel 24, § 5, van de Grondwet houdt in dat de inrichting, de erkenning en de subsidiëring van het onderwijs door de gemeenschap door de wet of het decreet wordt geregeld, wat volgens de rechtspraak van het Hof impliceert dat wat voor de aangelegenheid essentieel is niet kan worden gedelegeerd.

Im zweiten und im vierten Klagegrund führt die klagende Partei an, dass die angefochtene Bestimmung einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Artikeln 13 und 146 der Verfassung beinhalte, da sie im Widerspruch zu diesen Bestimmungen eine Sondergerichtsbarkeit einsetze, die nicht die in der obenerwähnten Vertragsbestimmung vorgesehenen Rechtsprechungsgarantien biete.
In het tweede en het vierde middel voert de verzoekende partij aan dat de bestreden bepaling een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met de artikelen 13 en 146 van de Grondwet, doordat zij in strijd met die bepalingen een uitzonderingsrechtbank zou oprichten, die niet voldoet aan de in de vermelde verdragsbepaling vervatte jurisdictionele waarborgen.

Im ersten Klagegrund bringen die Kläger vor, dass die angefochtene Dekretsbestimmung einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 162 Absatz 2 Nr. 6 der Verfassung beinhalte. Die letztgenannte Verfassungsbestimmung sehe vor, dass das Gesetz die Anwendung des Eingreifens der Aufsichtsbehörde oder der föderalen gesetzgebenden Gewalt gewährleiste, um zu verhindern, dass gegen das Gesetz verstossen oder das Gemeinwohl geschädigt werde.
In het eerste middel voeren de verzoekers aan dat de bestreden decreetsbepaling een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 162, tweede lid, 6-, van de Grondwet.