Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "verfalls vorgesehenen frist " (Duits → Nederlands) :

Folglich kann der Drittperson, deren Güter Gegenstand einer Sicherungspfändung sind, wenn sie nicht in der Gerichtsvollzieherurkunde zur Mitteilung der Pfändung über das Bestehen der zur Vermeidung des Verfalls vorgesehenen Frist von fünf Tagen informiert wurde, das Recht entzogen werden, vor dem Pfändungsrichter ihre Bemerkungen geltend zu machen, wenn sie nicht über die in Artikel 1409 des Gerichtsgesetzbuches vorgesehenen Einkünfte verfügt.

Aldus kan de derde wiens goederen het voorwerp uitmaken van een bewarend beslag, wanneer hij, in het deurwaardersexploot waarin het beslag wordt aangezegd, niet is ingelicht over het bestaan van de termijn van vijf dagen bepaald op straffe van verval, het recht worden ontzegd zijn aanspraken aan te voeren voor de beslagrechter wanneer hij niet beschikt over de inkomsten bedoeld in artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek.


Die neuen Beschwerdegründe im Sinne von Artikel 377 können entweder in der Beschwerde oder in einem Schriftstück angeführt werden, das bei der Kanzlei des Appellationshofes eingereicht wird, und dies zur Vermeidung des Verfalls innerhalb der in Artikel 381 vorgesehenen Frist.

De in artikel 377 bedoelde nieuwe bezwaren mogen worden geformuleerd ofwel in de voorziening, ofwel in een geschrift dat aan de griffie van het Hof van beroep wordt afgegeven en dit op straf van verval binnen de termijn gesteld in artikel 381.


3. « Verstösst Artikel 47 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechte der Verteidigung und mit dem in Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Recht auf ein faires Verfahren, insofern er einerseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen ein Beschluss notifiziert worden ist, der nicht allen Anforderungen nach Artikel 21 § 3 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 genügt, und andererseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen das ÖSHZ innerhalb der vorgesehenen Frist ...[+++]nerlei Beschluss notifiziert hat, unterschiedlich behandelt - d.h. indem im einen Fall keine bei sonstigem Verfall vorgeschriebene Rechtsmittelfrist läuft und im anderen Fall wohl eine solche Frist läuft -, während es sich um Kategorien von Personen handelt, die sich aus dem Blickwinkel des Fehlens einer vollständigen Information heraus, um ihre Beschwerde in zweckdienlicher Weise einlegen zu können, in einer vergleichbaren Situation befinden?

3. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van (de) verdediging en met het in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens gewaarborgde recht op een eerlijk proces, in zoverre het, enerzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie kennis is gegeven van een beslissing die niet voldoet aan alle eisen van artikel 21, § 3, van de wet van 26 mei 2002 en, anderzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie het O.C. M.W. binnen de daartoe toegekende termijn van geen enkele beslissing kennis heeft gegeven, op verschillende wijze behandelt - dit wil zeggen door een op st ...[+++]


2. « Verstösst Artikel 47 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechte der Verteidigung und mit dem in Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Recht auf ein faires Verfahren, insofern er einerseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen ein Beschluss notifiziert worden ist, der alle durch Artikel 21 § 3 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 auferlegten Vermerke enthält, und andererseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen das ÖSHZ innerhalb der vorgesehenen Frist ...[+++]nerlei Beschluss notifiziert hat, gleich behandelt - d.h. indem ihnen gegenüber eine bei sonstigem Verfall vorgeschriebene Rechtsmittelfrist läuft -, während es sich um Kategorien von Personen handelt, die sich aus dem Blickwinkel der Information heraus, über die sie verfügen, um ihre Beschwerde in zweckdienlicher Weise einzulegen, in einer grundverschiedenen Situation befinden?

2. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van (de) verdediging en met het in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens gewaarborgde recht op een eerlijk proces, in zoverre het, enerzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie kennis is gegeven van een beslissing die alle bij artikel 21, § 3, van de wet van 26 mei 2002 opgelegde vermeldingen bevat, en, anderzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie het O.C. M.W. binnen de daartoe toegekende termijn van geen enkele beslissing kennis heeft gegeven, op dezelfde wijze behandelt - dit wil ...[+++]


3. « Verstösst Artikel 47 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechte der Verteidigung und mit dem in Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Recht auf ein faires Verfahren, insofern er einerseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen ein Beschluss notifiziert worden ist, der nicht allen Anforderungen nach Artikel 21 § 3 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 genügt, und andererseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen das ÖSHZ innerhalb der vorgesehenen Frist ...[+++]nerlei Beschluss notifiziert hat, unterschiedlich behandelt - d.h. indem im einen Fall keine bei sonstigem Verfall vorgeschriebene Rechtsmittelfrist läuft und im anderen Fall wohl eine solche Frist läuft -, während es sich um Kategorien von Personen handelt, die sich aus dem Blickwinkel des Fehlens einer vollständigen Information heraus, um ihre Beschwerde in zweckdienlicher Weise einlegen zu können, in einer vergleichbaren Situation befinden?

3. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van (de) verdediging en met het in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens gewaarborgde recht op een eerlijk proces, in zoverre het, enerzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie kennis is gegeven van een beslissing die niet voldoet aan alle eisen van artikel 21, § 3, van de wet van 26 mei 2002 en, anderzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie het O.C. M.W. binnen de daartoe toegekende termijn van geen enkele beslissing kennis heeft gegeven, op verschillende wijze behandelt - dit wil zeggen door een op st ...[+++]


2. « Verstösst Artikel 47 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechte der Verteidigung und mit dem in Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Recht auf ein faires Verfahren, insofern er einerseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen ein Beschluss notifiziert worden ist, der alle durch Artikel 21 § 3 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 auferlegten Vermerke enthält, und andererseits die Antragsteller auf das Eingliederungseinkommen, denen das ÖSHZ innerhalb der vorgesehenen Frist ...[+++]nerlei Beschluss notifiziert hat, gleich behandelt - d.h. indem ihnen gegenüber eine bei sonstigem Verfall vorgeschriebene Rechtsmittelfrist läuft -, während es sich um Kategorien von Personen handelt, die sich aus dem Blickwinkel der Information heraus, über die sie verfügen, um ihre Beschwerde in zweckdienlicher Weise einzulegen, in einer grundverschiedenen Situation befinden?

2. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van (de) verdediging en met het in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens gewaarborgde recht op een eerlijk proces, in zoverre het, enerzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie kennis is gegeven van een beslissing die alle bij artikel 21, § 3, van de wet van 26 mei 2002 opgelegde vermeldingen bevat, en, anderzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie het O.C. M.W. binnen de daartoe toegekende termijn van geen enkele beslissing kennis heeft gegeven, op dezelfde wijze behandelt - dit wil ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verfalls vorgesehenen frist' ->

Date index: 2023-04-01
w