(1) Auf Antrag jedes Beteiligten oder einer zuständigen Behörde muß das Gericht im Falle der Verletzung des Artikels 3, des Artikels 12 oder des Artikels 31 Absatz 3 die Auflösung der Vereinigung aussprechen, es sei denn, daß die Mängel der Vereinigung behoben werden können und vor der Entscheidung in der Sache behoben werden.
1. Op verzoek van een belanghebbende of van een bevoegde autoriteit moet de rechter een samenwerkingsverband ontbinden in geval van overtreding van artikel 3, artikel 12 of artikel 31, lid 3, tenzij opheffing van het gebrek van het samenwerkingsverband mogelijk is en plaatsvindt voordat ten gronde over de ontbinding is beslist.