Vertaling van "vereinfachung langfristiger investitionen " (Duits → Nederlands) :

AN. in der Erwägung, dass im Rahmen der Binnenmarktakte II dieser Ansatz dadurch weitergeführt wird, dass integrierte Netzwerke, die Mobilität von Bürgern und Unternehmen, die Digitalwirtschaft und das soziale Unternehmertum und Verbrauchervertrauen zu den vier Achsen für zukünftiges Wachstum erklärt wurden; in der Überzeugung, dass in dieser Hinsicht die Gesetzgebungsvorschläge zur Sicherstellung des Rechts auf den Zugang zu einem elementaren Bankkonto, die Überarbeitung der Richtlinie 2007/64/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 13. November 2007 über Zahlungsdienste im Binnenmarkt und die Vereinfachung langfristiger Investitionen in die Realwirtschaft einen wichtigen Beitrag leisten könnten; in der Erwägung, dass die Kommission, wenn sie solche Maßnahmen vorschlägt, und das Europäische Parlament und der Rat, wenn sie sie erörtern, jede der geplanten Maßnahmen sowie deren Potenzial, eine hochgradig wettbewerbsfähige und soziale Marktwirtschaft zu schaffen, umfassend prüfen und auf eine rasche Annahme hinarbeiten sollten;
AN. overwegende dat de Single Market Act II op deze weg voortgaat door geïntegreerde netwerken, de mobiliteit van burgers en bedrijven, de digitale economie en het sociaal ondernemerschap, samen met het consumentenvertrouwen als de vier pijlers voor toekomstige groei te definiëren; overwegende dat wetgevingsvoorstellen om het recht op toegang tot een basisbankrekening te garanderen, de herziening van de Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt en het faciliteren van langetermijninvesteringen in de reële economie te waarborgen in dit verband een belangrijke bijdrage kunnen leveren; overwegende dat de Commissie bij het voorstellen van de maatregelen, en het Parlement en de Raad bij de beraadslaging daarover elk van de beoogde maatregelen grondig moeten beoordelen, evenals de mogelijkheden om een bijzonder concurrentiebestendige socialemarkteconomie tot stand te brengen, en dat zij werk moeten maken van een snelle goedkeuring en toepassing daarvan;

27. weist erneut darauf hin, dass die EU beginnen sollte, Investitionen zu tätigen, um das Potenzial bevölkerungsstarker Drittländer mit einer aufstrebenden Wirtschaft und insbesondere jenes der BRIC-Länder, aus denen immer mehr Touristen kommen, auszuschöpfen; weist darauf hin, dass Initiativen zur Förderung des Tourismus ergriffen werden müssen und mehr Flexibilität und Einheitlichkeit bei Touristenvisa und Grenzübertritten notwendig ist; betont, dass die Förderung von mehr Plattformen für Touristen, die ein Visum benötigen, bei einer gleichzeitigen umsichtigen Vereinfachung des Visakodex ein wichtiger Beitrag dazu ist, dass mehr Touristen aus Drittländern nach Europa reisen und sich der Bekanntheitsgrad von touristischen Zielen in Europa erhöht; betont, dass Rundreisevisa für Gruppen oder Touristen, die ein bestimmtes Land bereits bereist haben, Potenzial bergen und mehr Abkommen über die Befreiung von der Visumspflicht umgesetzt werden müssen, damit die Touristenströmen aus aller Welt optimal ausgeschöpft werden können; vertritt die Auffassung, dass die europäischen Institutionen und die Mitgliedstaaten im Zusammenhang mit der gemeinsamen Visumspolitik eine langfristige Strategie für besser abgestimmte, vereinfachte Verfahren zur Erteilung eines Visums ausarbeiten sollten, dass dabei allerdings die Rechte und Pflichten der Mitgliedstaaten in Bezug darauf gewahrt bleiben müssen, die Einreisen über ihre eigenen Grenzen zu überwachen;
27. herinnert eraan dat de EU moet gaan investeren teneinde gereed te zijn om mogelijkheden te stimuleren in derde landen met een grote bevolking en een opkomende economie, in het bijzonder de BRIC-landen, waar het aantal naar het buitenland reizende toeristen toeneemt; wijst op de behoefte aan initiatieven ter bevordering van het toerisme en aan meer flexibiliteit en consistentie met betrekking tot toeristenvisumregelingen en grensovergangen; benadrukt dat bevordering van een groter aantal platforms voor visumtoerisme, in combinatie met een zorgvuldige benadering van de vereenvoudiging van de visumcode, een belangrijke bijdrage kan leveren aan de toename van het aantal toeristen van buiten Europa en aan een grotere zichtbaarheid van Europese toeristische bestemmingen; onderstreept het potentieel van rondreisvisa voor groepen toeristen die al in een bepaald land zijn geweest, en het belang van het sluiten van meer visumvrijstellingsovereenkomsten, teneinde optimaal gebruik te maken van de komst van internationale toeristen; acht het aanbevelenswaardig, met inachtneming van de rechten en plichten van de lidstaten inzake het toezicht op de toegangswegen aan hun grenzen, dat de Europese instellingen en de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk visumbeleid een langetermijnstrategie ontwikkelen voor betere coördinatie en vereenvoudiging van de visumprocedures;

4. weist erneut darauf hin, dass die EU beginnen sollte, Investitionen zu tätigen, um das Potenzial bevölkerungsstarker Drittländer mit einer aufstrebenden Wirtschaft und insbesondere jenes der BRIC-Länder, aus denen immer mehr Touristen kommen, auszuschöpfen; weist darauf hin, dass Initiativen zur Förderung des Tourismus ergriffen werden müssen und mehr Flexibilität und Einheitlichkeit bei Touristenvisa und Grenzübertritten notwendig ist; betont, dass die Förderung von mehr Plattformen für Touristen, die ein Visum benötigen, bei einer gleichzeitigen umsichtigen Vereinfachung des Visakodex ein wichtiger Beitrag dazu ist, dass mehr Touristen aus Drittländern nach Europa reisen und sich der Bekanntheitsgrad von touristischen Zielen in Europa erhöht; betont, dass Rundreisevisa für Gruppen oder Touristen, die ein bestimmtes Land bereits bereist haben, Potenzial bergen und mehr Abkommen über die Befreiung von der Visumspflicht umgesetzt werden müssen, damit die Touristenströmen aus aller Welt optimal ausgeschöpft werden können; vertritt die Auffassung, dass die europäischen Institutionen und die Mitgliedstaaten im Zusammenhang mit der gemeinsamen Visumspolitik eine langfristige Strategie für besser abgestimmte, vereinfachte Verfahren zur Erteilung eines Visums ausarbeiten sollten, dass dabei allerdings die Rechte und Pflichten der Mitgliedstaaten in Bezug darauf gewahrt bleiben müssen, die Einreisen über ihre eigenen Grenzen zu überwachen;
4. herinnert eraan dat de EU moet gaan investeren teneinde gereed te zijn om mogelijkheden te stimuleren in derde landen met een grote bevolking en een opkomende economie, in het bijzonder de BRIC-landen, waar het aantal naar het buitenland reizende toeristen toeneemt; wijst op de behoefte aan initiatieven ter bevordering van het toerisme en aan meer flexibiliteit en consistentie met betrekking tot toeristenvisumregelingen en grensovergangen; benadrukt dat bevordering van een groter aantal platforms voor visumtoerisme, in combinatie met een zorgvuldige benadering van de vereenvoudiging van de visumcode, een belangrijke bijdrage kan leveren aan de toename van het aantal toeristen van buiten Europa en aan een grotere zichtbaarheid van Europese toeristische bestemmingen; onderstreept het potentieel van rondreisvisa voor groepen toeristen die al in een bepaald land zijn geweest, en het belang van het sluiten van meer visumvrijstellingsovereenkomsten, teneinde optimaal gebruik te maken van de komst van internationale toeristen; acht het aanbevelenswaardig, met inachtneming van de rechten en plichten van de lidstaten inzake het toezicht op de toegangswegen aan hun grenzen, dat de Europese instellingen en de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk visumbeleid een langetermijnstrategie ontwikkelen voor betere coördinatie en vereenvoudiging van de visumprocedures;

13. räumt ein, welche Schwierigkeiten die städtischen Behörden damit haben, die Bereiche der Finanzierung durch den Europäischen Sozialfonds (ESF), bei denen es um wirtschaftliche und soziale Entwicklung geht, und der Finanzierung durch den EFRE, der die Planung von Investitionen in die materielle Infrastruktur betrifft, miteinander zu vereinbaren; ist der Ansicht, dass das Prinzip "Ein Fonds – ein Programm" überprüft werden sollte und dass die lokalen und regionalen Gebietskörperschaften die Synergien von EFRE- und ESF-Förderung besser nutzen und eine integrierte Förderung stärken sollten; fordert die Kommission auf, langfristig die Möglichkeit der Zusammenlegung beider Fonds zu prüfen, sofern dies zu einer Vereinfachung der Verfahren führt;
13. is zich bewust van de moeite die stadsbesturen hebben om de domeinen van het Europees Sociaal Fonds (ESF) bij het nastreven van economische en sociale ontwikkeling en de domeinen van het EFRO bij het plannen van investeringen in fysieke infrastructuur met elkaar te verzoenen; is de mening toegedaan dat het principe "één programma, één fonds" moet worden opgegeven en dat lokale en regionale overheden beter gebruik moeten maken van de synergieën van EFRO- en ESF-steun en geïntegreerde steun moeten versterken; verzoekt de Commissie na te gaan of de twee fondsen op de lange termijn niet kunnen worden samengevoegd, indien daarmee de vereenvoudiging van de procedures kan worden verzekerd;